Aberratie


'Media kunnen uw gezondheid ernstig schaden', waarschuwt de kaft van 'Media & Journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht'.
'Media & Journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht'.

Al enige dagen ben ik aan het lezen in Media & journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht (Uitgeverij Van Halewyck, 2009), een bundeling essays samengesteld door Johan Sanctorum en Frank Thevissen. Het is een interessant boek, verplichte literatuur eigenlijk voor al wie mediaconsument is, werkt in de media of anderszins bezig is met nieuwsgaring, duiding en opiniëring.

Sommige mensen zullen zich bij de boekenmarchand laten afschrikken door de naam en faam van bepaalde auteurs, zogenaamde rechtse ballen die vanuit hun verzuurde onderbuik voortdurend afgeven op het multiculturele, politiek correcte circus dat de pers elke dag probeert op te voeren. Dat is de notoire linkse rat Carl Devos, professor politicologie aan de Universiteit Gent, niet ontgaan bij het schrijven van het voorwoord van Media & journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht:

Bij het aanschouwen van de auteurslijst en de inhoudsopgave van voorliggend boek overviel me een wat onbehaaglijk gevoel, een lichte ongerustheid. Op het eerste gezicht doen de verzamelde auteurs, op enkele uitzonderingen na, denken aan een karavaan van naar rechts afhellende mopperpotten die een boek lang emmeren over de veel te linkse pers waarin ze zelf of hun gedachten onvoldoende aan bod komen. Of waarin hun carrière nooit gelopen is zoals verhoopt.

Daaraan koppelt Devos een intelligente draai waar menig Vlaams journalist én mediaconsument eens goed over mag nadenken:

De auteurs afschrijven is al te gemakkelijk en ontdoet hun teksten bovendien niet van relevantie. De ‘bezoedeling van de bron’ ontneemt de hoofdstukken van dit boek niet van alle waarheid of maakt ze niet onjuist. Wie kritiek hoog in het vaandel voert, moet het debat inhoudelijk voeren. En laat dat nu net zo moeilijk zijn als het over media en journalisten gaat.

Het meest relevante hoofdstuk – voor mij althans – is de bijdrage van blogger Luc Van Braekel. Van Braekel laat zijn licht schijnen over zijn eigen milieu, de blogosfeer. In zijn essay ‘Schiet niet op de burgerjournalist’ heeft hij het over de ‘officiële’ pers als centrumlinkse eenheidsworst, over de VRT als een rode burcht, over beroepsjournalisten als beschermde beroepsgroep met corporatistische reflexen, en hij doet dat met zinnige argumenten, feitelijke informatie en wetenschappelijk vergaard cijfermateriaal.

Van Braekel onderscheidt vervolgens drie taboe-onderwerpen in de pers:

  • De Europese integratie
  • Onze sociale zekerheid
  • Ontwikkelingshulp

“Redacties gaan er blijkbaar van uit dat rond deze onderwerpen een positieve maatschappelijke consensus bestaat, waarbij het onwenselijk is om die met kritische bedenkingen te verstoren”, schrijft de blogger, en mijn kleine teen eraf als hij geen punt heeft. Gelukkig, zo laat Van Braekel doorschemeren, zijn er nog bloggers.

Inderdaad, gelukkig. Ik kan er zelf van meespreken. Van Braekels essay is voor mij persoonlijk zo relevant om deze redenen:

  • Tijdens mijn driejarige carrière als eindredacteur bij De Morgen heb ik de politiek correcte kerk regelmatig zien preken. Eén voorval doet me zelfs spreken van politiek correct fascisme. Het ging erover dat het tv-spotje van Kasteelbier vrouwonvriendelijk was omdat het een vrouw toonde die haar man gehoorzaam een Kasteelbiertje kwam brengen. De Morgen trok naar Ingelmunster, zodat brouwer Luc Van Honsebrouck, een toen 76-jarige West-Vlaamse ondernemer, zich kon expliqueren. Als grote titel stond er boven het artikel: ‘De vrouw bedient haar man. Zo is het leven’. Dat móést er staan, want, zo zei de chef nieuws, hikkend van een vreemd soort contentement: “Die man is krankzinnig, lees nu eens wat die allemaal zegt! Die gelooft dat dus, hé! Die is gek, gewoon gek!” Bijzonder gênant als u het mij vraagt. Dat de vrouw van Van Honsebrouck in het stuk letterlijk zegt “Wij zijn van de oude tijd”, getuigt van veel meer verstand, doorzicht en zelfkennis dan het pseudoverontwaardigde gehik van die bepaald vooringenomen opererende chef nieuws.
  • Na mijn ontslag bij De Morgen ben ik zelf vol enthousiasme beginnen te bloggen. Enkele maanden in de blogosfeer hebben me al meer journalistieke voldoening geschonken dan drie jaar bij het voornoemde onafhankelijke dagblad. Onbetaald mijn eigen stukken op het net zwieren heeft me al meer opgeleverd dan betaald andermans stukken op een krantenpagina zetten. Zonder mensbrugghe.wordpress.com had ik me allicht mogen opmaken voor een carrière als strontraper achter de tram.
  • Sinds enkele dagen staat De Werktitel online, waarvan ik één van de trotse oprichters ben. De Werktitel is een blog die gemaakt wordt door ervaren beroepsjournalisten. Een nieuwssite zijn we niet, want nieuwssites verplichten zichzelf ertoe om zowat elke minuut met een nieuw nieuwtje op de proppen te komen om zodoende het Gevoel van Actualiteit te evoceren. Daar doen wij niet aan mee, omdat we eigen nieuws willen brengen en niet gewoon de vloedgolf aan feitjes van de persagentschappen willen overnemen (zie in dat verband ook het interview met Nick Davies). In die zin zijn we een experiment dat het midden houdt tussen een weblog en een krantenredactie. Ik vind dat wijs.

De Werktitel verenigt als het ware de twee kanten van het verhaal van Luc Van Braekel: burgerjournalistiek (want op eigen houtje, zonder gevestigd uitgeversbedrijf) en beroepsjournalistiek (want individueel erkend door de betreffende commissie). Zoals Van Braekel met enkele voorbeelden aantoont, is die titel van beroepsjournalist geen kwaliteitsmerk, geen waarborg op deontologische en correcte journalistiek.

Toch wijst Van Braekel sommige van zijn collega-bloggers met de vinger:

Op het internet, waar perfecte anonimiteit mogelijk is, kunnen anonieme bloggers andermans rechten schaden, bijvoorbeeld via laster, zonder dat zij ter verantwoording kunnen worden geroepen en zonder dat de lasterlijke inhoud verwijderd kan worden, bijvoorbeeld omdat de webserver zich in een land bevindt dat niet ingaat op gerechtelijke vorderingen.

Anderzijds doen online burgerjournalisten volgens de auteur veel beter aan bronvermerling dan traditionele media:

Bloggers verwijzen naar hun bronnen via hyperlinks, de geijkte manier om webpagina’s met andere webpagina’s te verbinden. Een betere en volledigere ‘bronvermelding’ is nauwelijks denkbaar. Kranten en tijdschriften daarentegen nemen het vaak niet zo nauw op met die bronvermelding. De wet op het auteursrecht staat een ‘citaatrecht’ toe, waarbij de bron zo volledig mogelijk dient te worden vermeld. Wanneer ik op mijn weblog een opmerkelijke uitspraak citeer die een politicus in één of ander interview deed, dan vermeld ik niet alleen de naam van de politicus en de naam van de publicatie, maar ook de datum en de naam van de interviewer. De krant De Tijd daarentegen vermeldt in haar dagelijkse citatenrubriek enkel de naam van de geïnterviewde en de naam van de publicatie, zonder vermelding van datum noch van de journalist die het interview afnam.

Een pagina verder schrijft Van Braekel zelfs over het soort journalistiek waar De Werktitel naar terug wil grijpen: “Decennialang baadde deze beroepscategorie in een mythische sfeer van onderzoeksjournalistiek en diepgravende duiding. […] De beroepsjournalisten waren de hogepriesters van de waarheid, zo leek het wel.” Hoofdredacteur van De Werktitel Georges Timmerman heeft het daar expliciet over in zijn edito, Enthousiasme:

De belangrijkste taak van journalisten is nog altijd (te proberen) de waarheid te vertellen – en dus niet om zoveel mogelijk kranten te verkopen of zoveel mogelijk kijkers te halen. Dat die waarheid meestal verduiveld goed verborgen zit, achter een dikke sluier van mist, maakt de uitdaging alleen maar spannender.

Zowel Timmerman als Van Braekel, en elk vanuit hun eigen achtergrond, beschouwt het internet als een zegen voor de journalistiek. Timmerman omdat hij het gevoel heeft dat hij dankzij het internet verlost is van een al te zwaar commercieel juk, Van Braekel omdat hij ziet dat het internet het monopolie op informatie van een al te linkse beroepscategorie doorbroken heeft:

Vandaag kan iedereen publiceren, reageren, doorsturen en experimenteren. De journalistieke activiteit is niet langer een privilege. Het mediaoligopolie wordt uitgehold door een overvloed aan websites en weblogs, die zonder kosten en zonder beperkingen kunnen worden opgezet.

De situatie waarbij de bevolking was aangewezen “op een handvol kranten, één of twee tv-omroepen en enkele radiokanalen” was volgens Van Braekel een aberratie “veroorzaakt door materiële beperkingen, hoge investeringskosten, een hoge instapdrempel voor nieuwe initiatieven, maar vooral door de coporatistische mentaliteit van de journalistieke kaste”.

Dat De Werktitel op zijn blog expliciet aangeeft dat de medewerkers professionele journalisten zijn, moet echter niet in een corporatistisch daglicht gezien worden. Wij willen simpelweg aangeven dat de bijdragen op werktitel.be het resultaat zijn van journalistieke arbeid en dat De Werktitel géén forum is waarop mensen die toevallig beroepsjournalist zijn geheel vrijblijvend een soortement dagboek mogen bijhouden. Daarvoor kun je immers al terecht op de sites van traditionele media als De Standaard of de VRT.

7 comments

  1. Is daar nog veel vraag naar, naar strontrapers achter de tram? Ge zoudt denken dat dat het eerste is waarop er bespaard wordt in tijden van crisis.

    Voor de rest een interessante tekst, waarover ik even zal nadenken en dan een mening formuleren die ik voor mijzelf hou. Ik vrees eigenlijk dat het finaal naar de kloten is met de journalistiek, zowel gedrukt als digitaal, maar een initiatief als De Werktitel zal eerder bijdragen aan de oplossing dan aan het probleem. Proficiat ermee.

  2. Op datum van 7 september 2009 postte ik een reactie op uw blog (ook onder het pseudoniem ‘no body’). Ik moet vaststellen dat het bewuste artikel met de bijhorende reacties simpelweg zijn verwijderd..

    Is daar een verklaring voor?

    Naar aanleiding van dit artikel en de ridiculiserende toon die je erin hanteert ben ik benieuwd naar uw reactie.

    1. Beste,

      Ik denk dat u zich van blog vergist: ikzelf heb nog geen enkel artikel verwijderd, noch andermans reacties off-line gehaald als die reeds verschenen waren. Gelieve nader te bepalen over welke post u het hebt, want tenzij mijn geheugen mij werkelijk in de steek laat, vrees ik dat u elders en aan iemand anders een verklaring zult moeten vragen. Het enige wat ik op 7 september op deze blog heb uitgestoken, is een artikel posten over de boerenbotiging. En dat staat er nog altijd, met alle reacties erop.

      Wel zie ik dat er onder het bericht ‘Mismanagement’, gepost op 2 juli 2009, een reactie staat van een zekere ‘no body’, met het e-mailadres [XXXXXXXXXX]@zen.org. Die reactie werd geplaatst op 4 september en is nog altijd te bewonderen. Bent u diezelfde ‘no body’, hoewel u nu [XXXXX]@mail.be opgeeft als e-mailadres? Zo ja, dan klopt uw vaststelling niet dat een artikel en de reacties erop simpelweg verwijderd zijn.

      Nu, wat dat alles te maken heeft met het bovenstaande artikel, ‘Aberratie’, is me niet helemaal duidelijk. Ik zie met andere woorden geen enkele aanleiding voor uw reactie. Ook dien ik u erop te wijzen dat de ridiculiserende toon die u in het bewuste artikel meent te kunnen ontwaren, geheel en al het gevolg is van uw eigen interpretatie en losstaat van de tekstuele realiteit die ik hanteer. Ik bespreek namelijk een essay van Luk Van Braekel en zover ik er zicht op heb, spring ik respectvol om met het bronmateriaal. Als u zich aangesproken voelt door andere elementen in het verhaal, gelieve dan aan te geven welke.

      Anders zie ik mezelf niet in staat een reactie te geven die u ook maar enigszins zou kunnen benieuwen.

  3. Mijn excuses. Ik ben te onoplettend geweest toen ik het niet meer terug kon vinden onder de tag ‘Over gazetten’, alwaar ik had moeten doorklikken op ‘Vorige Artikels’.

    In het algemeen – en Carl Devos in het bijzonder – mensen met dieren vergelijken lijkt me toch op z’n zachtst gezegd ridiculiserend. Maar het is duidelijk dat je daar een aparte kijk op hebt…

    Schamperen doe je ook over persagentschappen die een “vloedgolf van feitjes” bijeen garen. Maar feiten blijven feiten, hoe klein ook. Ik neem aan dat de selectie die je in dit blog en op werktitel brengt ook feiten zijn..

    Omdat media en journalistiek me danig boeien kocht ik naar aanleiding van een recensie (een maand geleden al) ook het boek die onderwerp uitmaakt van de ‘mening’ die je erover kwijt wil..

    Ieder z’n “waarheid”? Ik ben al tevreden met een kritische synthese, eerder dan “de waarheid” ingelepeld te krijgen via welke blog, krant of andere media dan ook..

    Mijn eerdere reactie van dd 4/09, zoals je hebt gelezen had vooral betrekking op de journalist Bart Eeckhout, die eigenlijk onomwonden in een artikel toegaf van niet kritisch geweest te zijn over de paarse goednieuwsshow indertijd (waarvan al geruime tijd de lijken uit de kast vallen).
    (kritische) Onderzoekjournalistiek vergt veel tijd en middelen, scherpe visie en gedegen dossierkennis. Dat is wat ik al heel lang mis. De tijd zal uitwijzen van wat er over blijft van de nobele pretenties die kenbaar gemaakt zijn op werktitel.be.

    ps: Wat is de relevantie om een e-mailadres te publiceren?
    Ik sta erop dat het verwijderd wordt.

    Groeten.

    1. Over uw e-mailadressen: ik moest ze vermelden om u te kunnen vragen of de ene no body wel de andere was. Omdat u dat expliciet vraagt, zal ik de adressen censureren.

      Het gebruik van de begrippen ‘linkse rat’ en ‘rechts ballen’ mag u kaderen in een ironiserende houding tegenover de ridiculiserende namen die beide kanten elkaar weleens durven toe te werpen. Verderop in mijn bericht ziet u namelijk dat ik de standpunten van beide partijen inhoudelijk benader.

      Over de vloedgolf aan feitjes doe ik inderdaad schamper: naar mijn mening dreigen die bij tot het creëren van een vals actualiteitsgevoel dat om de andere dag hernieuwd moet worden door weer nieuwe feitjes los te laten op de massa. Steeds minder journalisten krijgen nog de tijd om voorbij de feitjes de feiten te zoeken en om het grote plaatje samen te proberen stellen. Het moet allemaal veel te rap gaan om nog degelijk werk te kunnen leveren.

      En aangezien ik op deze blog vrijuit de pen hanteer, kan het weleens gebeuren dat ze af en toe eens uitschiet. Het is uw recht als lezer om daarop te wijzen.

  4. Het is mij met mijn 58 jaar en dertig jaar ervaring in de journalistiek nog steeds onduidelijk wat men nu bedoeld met links of rechts, twee termen die naar ik dacht komen uit de Franse revolutie. Nu toch al een hele tijd geleden. Is Pol Pot links? Is de Belgisch/Chinees/Zwitserse schrijfster Han Suyn links of is haar tegenpool Simon Leys/Pierre Rijckmans dat? Met veel van wat zich links noemt voel ik geen affectiviteit. Met een Devos wel want die beoefent zijn werk zoals dat hoort, namelijk op een wetenschappelijk doordachte wijze. Voor een Dedecker heb ik dan weeral alleen maar afkeer want de man vertelt desnoods de grofste leugens alleen maar om er zelf beter van te worden.
    In wezen is dat onbelangrijk en telt alleen de eerlijkheid en professionaliteit van een journalist. In de realiteit echter zijn journalisten gezagsgetrouw, onkritisch, conformistisch en bevooroordeeld en niet zelden corrupt. Het zijn in regel ook individualisten die in nogal wat gevallen voor weinig terugschrikken. Verder zijn veel hoofdredacties en uitgevers alleen maar geïnteresseerd in het verkopen van zoveel mogelijk bedrukt papier voor een zo goed mogelijke prijs. Waar of niet waar interesseert hen dan niet of amper. En dikwijls dan nog maar alleen omdat ze vrezen als onbetrouwbaar medium minder te verkopen. Het is verder voor regeringen waar ook van belang dat ze de media controleren omdat ze op die wijze ook de bevolking controleren. En dat gebeurt ook. Niets verrassend hier. En zeker voor de buitenlandse berichtgeving wordt alles klakkeloos overgenomen van wat de ‘grote’ Engelstalige bronnen als BBC, Reuters, CNN, New York Times en AP brengen. Kijk maar eens goed in detail naar de berichtgeving over bijvoorbeeld Iran. En nochtans is met wat graven perfect te bewijzen dat die veelal onbetrouwbaar zijn.
    En uiteraard zijn er in de media heilige huisjes aan wiens heiligheid niet mag worden getwijfeld. Neem bijvoorbeeld Amnesty International, Human Rights Watch of Reporters zonder Grenzen. Hun publicaties zijn als het dogma van de Paus: Onfeilbaar. De enige voor zover geweten kritische artikelen in de Vlaamse media over Amnesty International (het betreft hun houding in Cambodja en over Laos naar aanleiding van de arrestatie van die twee journalisten uit België en Frankrijk) zijn van mijn hand. Ze verschenen niet toevallig op websites en in een blad in de marge, Vrede. Er zijn echter niet alleen ‘heilige huisjes’ er is ook ‘het kwaad’. Onderwerpen waarover geen goed woord mag worden geschreven, over welke nuanceringen verboden zijn en waarover men klakkeloos zelfs de grootste onzin schrijft. Neem bijvoorbeeld opnieuw Iran of Zimbabwe. De eerste journalist die in de klassieke media een artikel schrijft over de enorme economische groei en sociale verbeteringen onder de Ayatollahs wordt zo gestenigd. Alleen de modder komende uit Washington, Israël en London komt in onze media. Ooit plaatste men zelfs het verhaal dat joden in Iran een gele ster moesten dragen. Een leugen komende uit Israël. Zoeken naar de ware achtergronden voor bijvoorbeeld de ruzie tussen London en Robert Mugabe doet men NOOIT. De Akkoorden van Lancaster House? Nooit van gehoord mijnheer.
    Dat journalistiek centrumlinks is en de VRT een rode burcht is, is dan ook lachwekkend. Het feit dat de VRT in al haar media onlangs een dag lang Dedecker en zijn boek vol racistische vuilspuiterij vooraan in het nieuws brachten zonder enige degelijke repliek toont aan waar de VRT staat. Zeker niet aan de top van wat journalistiek hoort te zijn. En dat is het brengen van een genuanceerd, kritisch beeld van wat men denkt de waarheid te zijn. Ondertussen zoekend of dat wat men juist bracht wel ‘de waarheid’ is.
    Willy Van Damme

    1. Toch oppassen dat u uzelf niet te veel out als een supporter van de regimes in Iran of Zimbabwe, mijnheer Van Damme. Ik vrees dat u er als journalist niet al te hoog van de toren zal mogen blazen. Ik vind het ook nogal straf dat u zomaar, zonder verpinken, schrijft dat uw collega-journalisten “niet zelden corrupt zijn”. Eén regel nadat u afstand neemt van een populist als Dedecker. Om vervolgens de grootmeester himself in populisme te overtroeven.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s