Bier hier


In mijn eigen krant, tot ik er ontslagen word nog altijd De Morgen, heb ik een stuk gelezen waar ik zeer tevreden over was. Het ging over de opmars van bier op de Vlaamse restauranttafels (DM 13/5/2009). Het artikel was van de hand van mevrouw Agnes Goyvaerts, die ik niet alleen bijzonder apprecieer als warm persoon met gevatte humor maar evenzeer als journaliste die met haar pen trefzeker de dingen aanstipt die ons leven net dat beetje aangenamer maken. Zoals uitgebreid tafelen met bier erbij.

In dat artikel zei ene Frank Van der Auwera, een notoir wijnkenner die met veel liefde schrijft over vergist druivensap, iets dat me niet aanstond. Ik kroop in m’n pen, schreef een reactie en verzond die naar de chef van de opiniepagina’s van De Morgen. Driewerf helaas en vervloekt, de hoofdredactie laat slechts vijf mensen toe om zogenaamde Bijgedachtes, spits geformuleerde columns die een klein hoekje van het nieuws kort belichten, te schrijven. Ik mocht dus op mijn kin kloppen. Zegt u mij eerlijk: is het onderstaande stuk zo slecht geschreven dat het niet in de krant zou mogen staan?

 

Eén pot nat

 

Na de zware herstructureringen in de media, het collectieve en voortdurende falen van de Belgische politiek en de als een pudding in elkaar zakkende wereldeconomie had ik niet verwacht dat iets me nog van mijn stoel zou doen tuimelen dit jaar. Toch zit ik hier met een buil op mijn hoofd en een barst in mijn parket.

 

Wat is er gebeurd? Wel, in de krant van gisteren las ik in het stuk ‘Culinair met schuimkraag’ dat bier een eigen plaatsje probeert te veroveren op de Vlaamse restauranttafels. Dat leek mij, als notoir bierliefhebber, allemaal bon et bien. Tot ik op een uitspraak stootte van de vermaarde wijnkenner Frank Van der Auwera, die zonder blikken of blozen stelde: “Er zijn zoveel meer verschillende smaken in wijn. En zeker een hele maaltijd met bier is niet te doen (…). Je voelt je op het eind als een zeppelin die gaat opstijgen.” Parbleu mon dieu!

Laten we voor het gemak even aannemen dat er vier soorten wijn zijn: witte, rode, rosé en mousserende. Binnen die vier categorieën heb je een veelheid van smaken, waarbij citrustoetsen vrolijk gecombineerd worden met een zweem van abrikoos  en een ondertoon van vers asfalt. Soit, ik kan gerust beamen dat de wijnliefhebber een multiversum van smaken over zijn tong kan laten glijden, hoewel hij nooit iets anders zal drinken dan een witte, een rode, een rosé of een mousserende wijn.

 

En bier, met zijn multiversum aan soorten, zou het daartegen moeten afleggen? Van een Geuze Mort Subite is het maar een kleine stap naar een Guinness? In Jupiler is een voorloper van de Deus, Brut de Flandres te herkennen? En ach, die trappistenbieren, dat is toch maar één pot nat?

 

Wel neen, edele heer, u vergist zich. Het mooie aan bier is net dat er een extreme variatie is aan smaken. Terwijl de smaak van wijn hoofdzakelijk bepaald wordt door de druivensoort, de samenstelling van de bodem, het weer, het vakmanschap van de wijnboer en, uiteraard, de duur en kwaliteit van bewaring beschikt de bierbrouwer over een veelheid aan vergistingsmethodes, brouw- en rijptechnieken en ingrediënten om een veelheid aan biersoorten te voorschijn te toveren.

 

Kiezen we voor spontane fermentatie? Hoge of lage gisting? Veel hop? Weinig hop? Oh, en laten we de kruiden niet vergeten! En als we per ongeluk onze mout hebben laten verbranden, maken we gewoon een stout. In een uitgelaten bui laten we wat fruit mee fermenteren en als we echt ambitie hebben, maken we een bier volgens de champagnemethode. En niet te vergeten: de keuze van het water alleen al beïnvloedt de smaak.

 

Kortom: in aantal soorten laat bier wijn ver achter zich. Alleen al in België kunnen we ons – onder andere – laven aan pils, lambiek, kriek, oud bruin, tripel, dubbel, honingbier, witbier, tafelbier en golden ale. Binnen die soorten neemt elk bier nog eens zijn eigen plaats in. U zult toch niet beweren dat een Rochefort 8 en een Blauwe Chimay eender smaken, hoewel zij beide donkere trappistenbieren zijn van vergelijkbare ‘zwaarte’? En zeker de bieren met nagisting op de fles smaken zélf altijd anders dan zichzelf, afhankelijk van de tijd dat ze al liggen te rijpen.

 

Dat u zich, tot slot, na een hele maaltijd met bier voelt opstijgen als een zeppelin kan ik alleen begrijpen als u zich in een verschroeiend tempo vol pinten hebt gegoten. Ik wéét dat pilsjes verdomd goede dorstlessers zijn, maar probeert u eens rustig Duvel, Augustijn Grand Cru of Westmalle Tripel te drinken bij eender welke maaltijd, van een pikante Thaise schotel tot authentieke West-Vlaamse tatjespap met grijze garnalen. Als u eerlijk bent, zult u van uw stoel vallen van genot.

 

One comment

  1. Je weet best dat het niet slecht geschreven is maar persoonlijk vind ik dit toch niet passen in de opiniepagina’s. De discussie tussen wijn en bier is eeuwenoud en mag voor mijn part in culinaire magazines uitgevochten worden. Of de kookboek van de boerinnenbond. Niet op pagina’s waarin ik liever ernstige onderwerpen aangeraakt zie. Rest mij nog even te laten vallen dat de uitgebreide recensie over de kandidaten van ‘mijn restaurant’ voor mijn part evengoed niet in de krant hoefde. Waar is de meerwaarde in het herhalen van wat televisiekijkend Vlaanderen al lang van Peter Goossens vernomen heeft? Het lijkt enkel een goedkoop excuus te zijn om eens goed te gaan eten. Mocht mijn naam Yves Desmet zijn, ik zou me diep schamen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s