Het bevroren verdriet van de Vlasmarkt


Er zijn mensen die te vroeg arriveren op de Vlasmarkt en het plein weer verlaten omdat ze zich vervelen. Er zijn mensen die op tijd toekomen en proeven hoe geluk smaakt. Ik heb mijn geluk graag met een Ricard en enkele pilsjes.

[Dit verslag is eerst verschenen op de website van De Morgen.]

Vos en Claus, woelige mannen met een verleden die het geluk hebben gevonden.
Vos en Claus, woelige mannen met een verleden die het geluk hebben gevonden.

Werkelijk, mijn botten zijn nog nat van de plensbui van vorige nacht. Het leder van mijn jas klinkt kraakvers. Maar de maan waakt opnieuw autoritair over de hemel, de regen heeft de hitte nog altijd niet verdreven.

Het is vrijdagnacht en dat betekent dat tienduizenden mensen er niet in geslaagd zijn thuis te blijven. Druk! De Vlasmarkt kende tot nu een zeer rustige editie, maar vandaag staat het plein nog eens stampvol.

Mijn maat Claus zwelgt in gelukzaligheid. De vele bekende gezichten om hem heen zijn een haardvuur rond zijn hart. “Een tijd geleden ben ik ontsnapt aan mijn ingebakken cynisme door mij weer te laten verrassen”, zegt hij. “Ik ben ontroerd als ik hier sta tussen alle mensen van wie ik houd. Op geen enkele manier is dat melig, het is oprecht. De tranen springen mij in de ogen als ik zie hoe gelukkig mijn vrienden zijn.”

Jazzcat Vos, sommelier van alle fijne dingen des levens, ziet er inderdaad tevreden uit, maar hij ergert er zich aan dat sommige mensen hem zijn ochtendlijke uitgelatenheid niet gunnen. “Ik heb ook het recht op luiheid en zatheid”, moppert hij.

Claus knikt. “Ik ben hier om mensen te wijzen op hun plicht als Gentenaar!”, kondigt hij aan.

Wanneer alles verdoemd lijkt en een zuiver leven verder weg dan ooit, redt een stralende glimlach de dag.
Wanneer alles verdoemd lijkt en een zuiver leven verder weg dan ooit, redt een stralende glimlach de dag.

Katrien, journaliste met een hart en een tong, schrikt zich een hoedje. “Ge gaat toch niet beginnen over die Tien Geboden waar ze dit jaar mee afgekomen zijn? Dat gaat volledig in tegen mijn libertaire inborst. En zo wollig dat die geboden zijn! Als mens weet je toch hoe je je moet gedragen? Daar heb je geen regels voor nodig”, werpt zij op.

Claus schudt zijn hoofd, zet zijn strengste blik op en declameert: “De plicht van de Gentenaar is dat hij zijn bek houdt en feestviert! En wat is dat verdomme met al dat fluo?!”

Hij heeft gelijk. Die hele fluorage is onvergeeflijk. Het slechtste van de jaren tachtig dreigt terug te komen en dat is úw verantwoordelijkheid als u fluo draagt. Stop daarmee.

“Ik ben zeer seksueel vanavond. Maar daar is het de verkeerde dag voor. Er zijn te veel provincialen”, zegt Michiel bij wijze van begroeting. Hij fronst even de wenkbrauwen en kijkt over de duizenden hoofden. In zijn geest krijgt een gedachte vorm. “De Vlasmarkt is bevroren verdriet, je moet het langzaam ontdooien”, vat Michiel heel veel wijsheid samen in één zin.

Yves kijkt niet al te gelukkig. De dranktenten zijn alweer gesloten, bier wordt hem ontzegd.
Yves kijkt niet al te gelukkig. De dranktenten zijn alweer gesloten, bier wordt hem ontzegd.

Ik sta niet te ontdooien, maar te smelten. Een beetje verder giet een jonge kerel zich zelfs een flesje water over het hoofd. De zon is nog niet eens opgekomen.

“Mag ik je kussen?”, vraagt Katrien plots aan een meisje.

“Oké”, antwoordt die en ze geeft Katrien een kus op de mond.

“Jamaar, zo niet, een echte kus.”

“Dat heb ik nog nooit gedaan met een andere vrouw”, schrikt het meisje. Maar ze gaat er toch vol voor. “De tong is hetzelfde, maar de lippen zijn beter”, is haar oordeel na afloop.

“Tijdens de Gentse Feesten wil ik alles en iedereen tongzoenen”, verklaart Katrien. “Vroeger deed ik dat tien dagen lang, dat was de max. Maar dat is dus niet erotisch bedoeld, hé.”

Lowie denkt er het zijne van. “Iedereen komt naar hier met een hitsige poes!”, schatert de olijke dokter.

Yves bestijgt een bekend opiniemaker die met zijn standpunten een publiek van één miljoen mensen weet te bereiken.
Yves bestijgt een bekend opiniemaker die met zijn standpunten een publiek van één miljoen mensen weet te bereiken.

Het is klaar geworden, van uit de nevelen der legenden is het Sint-Jacobs weer opgedoken, een mastodont op mistige voeten. Voor Karel is de tijd om te gaan gekomen. Al lukt dat niet zo best. “There’s just no way out”, bromt de kunstenaar uit Maarkedal beklemd.

Er komt een nieuw woord op de proppen, en wel vanwege Vincent, een studiegenoot uit de Germaanse. “De Vlasmarkt is ideaal terrein voor een sociofari“, legt hij uit. “Dat is een zoektocht naar bekende diersoorten, naar mensen van wie je weet dat ze er zijn, maar nog niet waar. Daar gaat de Vlasmarkt over.”

Maar Michiel doet daar niet aan mee, hij is nog altijd op zoek naar onbekende mensen, meer specifiek van het soort met borsten en een foef en zo. Door een valstrik dreigt zijn onderneming op enorme teleurstelling uit te draaien. “Er heeft mij een homo bespoten met zijn parfum. Geen enkele vrouw wil nu nog met mij praten”, zegt hij met gemeende wanhoop. “Dit is de grootste rotstreek ever!”

Onvoorstelbaar dat achter deze gladgeschoren karakterkop ooit een langharige hippie zat.
Onvoorstelbaar dat achter deze gladgeschoren karakterkop ooit een langharige hippie zat.

Tegen dat de dranktenten sluiten, heeft hij nog altijd niet gescoord. Het ziet er steeds meer naar uit dat er geen prinses wordt bevrijd vandaag. “Godverdomme, ik ben nu nog meer gekloot!”, komt hij plots melden. “Ik was verstoppertje aan het spelen met een meisje en ik kan haar nu niet meer vinden.”

Terwijl Michiel ten onder gaat aan vertwijfeling, trekt ene Liesbeth aan mijn mouw, of beter gezegd aan mijn oor. Vorig jaar heb ik haar blijkbaar tekortgedaan door negatieve dingen te schrijven over haar outfit. Dat moet ik nu rechtzetten en aangezien ze dat met haast tastbaar enthousiasme vraagt, kan ik niet weigeren. Het is waar, waar zij staat, heerst meer vrolijkheid. Het roomijs op haar gezicht kan niet verbergen hoe uitgelaten zij is. Ze stráált, zelfs als ze aan de vrachtwagen van drankencentrale Dhondt gaat hangen. Die arriveert op het plein omdat de nacht gedaan is en het bier op.

De overlevers van de Vlasmarkt trekken weer eens naar de platanen bij Sint-Jacobs, waar de dagelijkse afterparty op gang komt. Honderden feestvierders zitten en staan op het plein, wat niet naar de goesting is van de marktkramers die er hun rommel willen verkopen.

Pater Damiaan is onchristelijke dingen van plan met de ene, gemene vinger die hem nog rest.
Pater Damiaan is onchristelijke dingen van plan met de ene, gemene vinger die hem nog rest.

Putatief nachtburgemeester Edmond Cocquyt Jr. vraagt de flikken of ze gaan ingrijpen. “Dat zal niet nodig zijn”, meesmuilt een agent.

Drie minuten later krijgt hij nog gelijk ook: andermaal komt de stortregen uit de hemel gevallen. In nauwelijks enkele seconden is het plein vrijgemaakt van afterpartyvolk.

Met Edmond en Guus, de bedenkers van de Tien Geboden, keer ik terug naar de Vlasmarkt, waar wij ons op min of meer rechtmatige wijze toegang verschaffen tot het café van de Charlatan. Het komt er tot een machtsstrijd tussen Edmond en Gerald Claes, de Grote Smurf van de Vlasmarkt. Wie is er nu de echte heerser van de nacht? Als Edmond titelvoerend nachtburgemeester is, moet Gerald wel waarnemend nachtburgemeester zijn, want hij is degene die de boel draaiende houdt.

“Maar ik moet die titel niet claimen, ik bén dat gewoon”, haalt Gerald achteloos de schouders op. “Ik voel niet de behoefte om op de barricaden te staan.”

Guus en Edmond draaien elkaar binnen terwijl de grote massa zedig de andere kant opkijkt. Er zijn grenzen aan wat je wilt zien.
Guus en Edmond draaien elkaar binnen terwijl de grote massa zedig de andere kant opkijkt. Er zijn grenzen aan wat je wilt zien.

Een partijtje armworstelen moet opheldering brengen over de machtsverhoudingen. Omdat Gerald een goed gemixt glaasje prik drinkt, neemt Guus zijn plaats in. Met veel vertoon wint Edmond, onder meer door op lafhartige wijze vals te spelen en zijn twee handen te gebruiken.

“En zo hoort het! De nachtburgemeester liegt, bedriegt en zuipt. Hij is arrogant en een oplichter!”, verdedigt Edmond zijn praktijken.

Gerald grinnikt. “Allez, ik vind dat wel sympathiek.”

Mijn rol als vierde macht is uitgespeeld, ik heb de politieke spelletjes in kaart gebracht en historisch gekaderd. Tijd voor mijn verdiende loon: een groot ontbijt met eitje, croissants en al wat ge wilt. Van bevroren verdriet heb ik geen last, mijn geluk is zachtgekookt.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s