Atonaal geroezemoes


Een weefsel van hoogdravende boertigheid. Geluk clasht met verdriet, terwijl er gezellig wordt getongzoend. Reikt het axioma van de bilocatie werkelijk zo ver?

[Dit verslag is eerst verschenen op de website van De Morgen.]

In welke andere discotheek dan de Vlasmarkt vind je een middeleeuwse kerk onder de discobal?
In welke andere discotheek dan de Vlasmarkt vind je een middeleeuwse kerk onder de discobal?

Mijn nacht begint met het noodnummer 112. Aan mijn tramhalte ligt een jongeling te slapen, met zijn gezicht in zijn eigen braaksel. Wat het gastje precies gegeten heeft, valt uit de brokken niet meer te deduceren, maar het moet een stevige, voedzame maaltijd geweest zijn. Vlees en groentjes in snottebellensaus, zoals wijlen de grootvader van mijn vrouw Chinese gerechten treffend wist te omschrijven.

Helemaal alleen op het perron ligt de stakker te kreunen, zonder vrienden aan zijn zijde. Als zijn mama hem zo zag liggen, het mens huilde bittere tranen. Op mijn bevel om wakker te worden, reageert de knaap niet meer. En vandaar kies ik voor de gemakkelijkste oplossing: 112.

Een nagemaakt briefje van vijf euro ziet er al even beduimeld uit als Edmond Cocquyt Jr.
Een nagemaakt briefje van vijf euro ziet er al even beduimeld uit als Edmond Cocquyt Jr.

“O, maar er was u al iemand voor, de ambulance is onderweg”, meldt de man aan de andere kant van de lijn vrolijk. “Toch bedankt om te bellen, meneer.” Een troostprijs krijg ik niet.

Oyo, mijn bollen, wat is het druk in het centrum. De wolkbreuken hebben de grote massa niet naar huis gespoeld. Ook op de Vlasmarkt zag ik dit jaar nog nooit zo veel volk.

Meteen loop ik Michiel tegen het lijf, een man die de afgelopen dagen steeds verder verdwaald is in het labyrint van de Vlasmarkt. “Ik ben een beetje triestig”, geeft hij toe. “Ik heb last van het axioma van de bilocatie. Je kunt niet gelukkig en verdrietig tegelijk zijn.”

Michiel slikt. Het vliegwiel van zijn verscheurde gemoed draait alle richtingen uit. Zijn bevroren verdriet van gisteren is vandaag te snel ontdooid. “Ik moet er bijna van huilen.”

Joepie, daar is Fauve, ook een vliegwiel, maar veel minder verscheurd. Vorig jaar was zij nog het platonische maatje van de gehaaide manager Bram B., thans is hun liefde heel wat wereldser, met alle erotiek van dien. Fauve vertelt over een man die slipjes verzamelt en na de Feesten alle vrouwelijke donors wil samenbrengen.

Twee feestvierders hebben speciaal witte T-shirts aangetrokken opdat de Irish coffee kunstige tekeningen kan maken.
Twee feestvierders hebben speciaal witte T-shirts aangetrokken opdat de Irish coffee kunstige tekeningen kan maken.

“Waarom zou je dat doen als je je slipje bij het Botramkot kunt inruilen voor een boterham?”, vraag ik verbaasd.

“Een boterham met choco? Goh, ik weet het zo nog niet. Dan zouden boterhammen met choco nooit meer hetzelfde zijn”, weifelt Fauve.

Bram komt erbij staan, vangt iets op over het slipje van zijn gemalin en haalt onder haar rok een vingervlugge truc uit die Fauve een gilletje ontlokt dat twijfelt tussen verontwaardiging en opwinding. In een flits zie ik een blauw-wit stukje stof passeren.

Ik sta paf. “Heb ik dat nu goed gezien? Heeft dit werkelijk plaatsgevonden temidden van de Vlasmarkt?”

Een man belt zijn vrienden om te melden dat hij voortdurend nieuwe mensen leert kennen. 'Ik weet ook niet hoe het komt.'
Een man belt zijn vrienden om te melden dat hij voortdurend nieuwe mensen leert kennen. ‘Ik weet ook niet hoe het komt.’

“Wat? Is er iets gebeurd?”, reageren Bram en Fauve in koor.

Jazzcat Vos komt zich moeien in de debatten. “Drink jij maar pastis”, geeft hij me een grootmoedig schouderklopje. “Zolang je maar niet begint te petanquen op de Vlasmarkt.”

Dit is een heerlijke ochtend. Druk, maar zeer menselijk. De massa gedraagt zich voorbeeldig. Opstootjes blijven uit.

“Het is zeven uur, maar zo veel volk dat er nog staat”, merkt Sarah, beter bekend als Conny Komen, op. “Waarop wacht iedereen nog?”

“Op de zon?”, suggereer ik.

“Maar die is er al!”, werpt Sarah op.

“Maar nog niet helemaal. En waarom zou je naar huis gaan als het hier zo plezant is?”

“Sorry, het ligt aan mij. Ik ben nuchter. Enfin, half nuchter.”

Zoals elke dag is er een rush op de dranktenten, voor de laatste Irish coffee, het laatste pilsje vóór de tapkraan toegedraaid wordt. De dj’s schuiven hun faders zachtjes naar beneden.

Het huwelijk van Barbara en Filip is robuust genoeg om vele nachten Vlasmarkt te overleven.
Het huwelijk van Barbara en Filip is robuust genoeg om vele nachten Vlasmarkt te overleven.

“Als de muziek stopt, weerklinkt volgens sommigen geroezemoes”, zegt Vos. “Ik noem het atonaal. Jazz zonder drummer.”

Boris, man uit één stuk, keikop met groot verzet, draagt een uitgelaten grijns. “De Vlasmarkt is de realiteit, terwijl Tomorrowland slechts een zoo is”, stelt hij. “Dit plein is open en bloot, iedereen kan hier komen staan. Tomorrowland is slechts een kooi vol commercie.”

“Ach, de Vlasmarkt, mijn favoriete pechstrook van de zomer”, glimlacht Vos voldaan, en hij leidt de mooiste dames van de Vlasmarkt naar de afterparty bij Sint-Jacobs.

Ter plekke vindt James een nieuwe vorm van headbangen uit. De elastiek zorgt voor een terugbotseffect.
Ter plekke vindt James een nieuwe vorm van headbangen uit. De elastiek zorgt voor een terugbotseffect.

Normaal houdt de nacht hier op, maar ik brei er graag nog een epiloog aan. Omdat het mooi weer is – de stilaan traditionele wolkbreuk mag de stad niet meer binnen – nemen mijn vrouw en ik een smakelijk ontbijt op een terras langs de Leie.

Plots zet zich naast ons een luidruchtig groepje neer, bestaande uit drie West-Vlaamse jongens en een Limburgs meisje. Ze hebben op de markt van de Ajuinlei enkele boeken gekocht en daar verdienen ze mijn respect mee.

Dokter X, de meest extraverte van het viertal, neemt zijn nieuwe boek ter hand en leest met uitgestreken gelaat voor: “En Jezus zeide: ‘Godver, gij kiezige gerre, als ge nog één keer op mijn gebuur kruipt, ga ik op uw muil slaan en in uw bek schijten. Stom wijf.’ Zulke holbaardkoeken heb ik nog nooit gezien.”

Jazzcat Vos gidst de mooiste dames van de Vlasmarkt naar de uitgang. 'Laten we deze pechstrook verlaten.'
Jazzcat Vos gidst de mooiste dames van de Vlasmarkt naar de uitgang. ‘Laten we deze pechstrook verlaten.’

De gasten rondom ons schrikken op en werpen Dokter X afkeurende blikken toe. Die trekt er zich niets van aan en deelt laconiek mee dat hij cursussen West-Vlaams wil geven. “Zo zal ik de mensen leren dat ‘Hugo Claus schijt in zijn broek’ hetzelfde betekent als ‘Hugo Claus draait zich om in zijn graf’.”

Het gezelschap komt niet meer bij. Tot overmaat van ramp giet Dokter X zijn pint in zijn schoen en salamandert hij het gerstenat, tot groot jolijt van een trosje Australische toeristen. “Ad skoendum”, grijnst hij. “Wat een gezellige morgen. Dit is puur genieten.”

Nog maar zelden in mijn leven heb ik zulke vrolijke provincialen ontmoet. Ondanks alle aanwijzingen van het tegendeel zijn zij een aanwinst voor onze prachtige stad, deze pechstrook voor gekwetste zielen, deze bilocatie waar het aangenaam is om tegelijk gelukkig en verdrietig te zijn, dronken en nuchter, boertig en hoogdravend.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s