Uitdoofscenario


Laat de nacht zijn gang maar gaan, hij weet zelf het best wat goed is. Wij kunnen er ons slechts aan overgeven, willoos meedrijvend naar de goot van de Gentse Feesten.

[Dit verslag is eerst verschenen op de website van De Morgen.]

Karel, Sandra en Boris (m.) hoeven zich dankzij de censuurbril niet te schamen voor hun morsige aanwezigheid op de Vlasmarkt.
Karel, Sandra en Boris (m.) hoeven zich dankzij de censuurbril niet te schamen voor hun morsige aanwezigheid op de Vlasmarkt.

De nacht is zo zacht als de huid van een ongeboren mensenjong. Waarom zouden wij in ons nest blijven liggen als de temperatuur ’s nachts aangenamer is dan overdag? Toch reageert mijn lijf weerbarstig wanneer ik om drie uur opsta. Niet dralen, ik moet op tijd zijn om mee vlaspoppen te gooien op de Vlasmarkt. Het is de enige traditie die het waard is gerespecteerd te worden tijdens de nationale feestdag. Zeker nu er weer een slappe komkommer benoemd is tot staatshoofd.

Slaap is slechts een optie tijdens de Gentse Feesten, een luxeproduct waar je tijd voor moet maken. Ik heb geen tijd, dus is wakker blijven mijn lot. Op de tanden bijten en voortdoen, hard werken voor mijn boterhammen met uufflakke. Als een eenentwintigste-eeuwse Stachanov ga ik ruwe ertsen delven op de Vlasmarkt om ze te versmelten tot sierlijk edelmetaal, geïntoxiceerde metataal.

Een gecensureerd Kamerlid geniet incognito van de Vlasmarkt. Hier ontmoet hij het volk dat hij vertegenwoordigt.
Een gecensureerd Kamerlid geniet incognito van de Vlasmarkt. Hier ontmoet hij het volk dat hij vertegenwoordigt.

Nochtans gebruikmakend van de pendeltram ben ik niet op tijd: de Vlaspoppenworp is reeds begonnen wanneer ik arriveer. Voor de allereerste keer zie ik van op de begane grond hoe de vlaspopjes naar de beneden dwarrelen en worden verscheurd door hebzuchtige handen, op zoek naar het geld dat in hun buik verborgen zit.

Mijn geschonden eer moet ik dringend repareren. Ik wacht niet tot Edmond Cocquyt jr. weer beneden staat, maar bel de putatieve nachtburgemeester meteen op zijn gsm om hem zwaar onder zijn voeten te geven. “Edmond, ezel, waarom hebt ge niet op mij gewacht?!”, steek ik van wal.

“Omdat ge een klootzak zijt!”, repliceert hij gevat. Tuuuut, de lijn gaat dood.

Bon, ik zal mijn geblutste eergevoel dan maar verdoven met een bekertje Ricard, amper twee euro in de tent van de Kinky Star. Bekomend van de ontgoocheling ontmoet ik Karel, een kunstenaar die de ingeslapen burgerstad Oudenaarde al eens ruw wakkerschudt. De Vlaspoppenworp en mijn bijbehorende vernedering zijn helemaal aan hem voorbijgegaan.

Edmond Cocquyt jr. ziet hoe zijn Vlasmarkt weer eens leegloopt. Voor hem mag de temperatuur beginnen te minderen.
Edmond Cocquyt jr. ziet hoe zijn Vlasmarkt weer eens leegloopt. Voor hem mag de temperatuur beginnen te minderen.

“Mensen die niet dubbel in de wereld staan en naar zuiverheid verlangen, hebben geen liefde voor de wereld”, spreekt Karel woorden van troost. “Zo iemand is in se een extremist. De sofisten zijn de nieuwe helden. Meer zelfs: zij zijn opnieuw de helden!”

Karel toont mij op zijn dumbphone foto’s van de werken waar hij mee bezig is. Het zijn kunstige strontpatronen, om het oneerbiedig te zeggen. “In mijn atelier zit er een nest zwaluwen. Onder hun nest heb ik papier gelegd, met daarop een sjabloon. Zo ontstaat door de vogelstront een vorm”, legt hij uit. “De vier weken dat er jonge vogeltjes in het nest zitten, zijn de beste. Zo maak ik geen kunst, ik vínd ze.”

Dat herken ik. “Tiens, dat is precies wat ik hier elke dag doe”, wijs ik op de te kalme Vlasmarkt, waar ik tien dagen lang parasiteer op de koningen van de goot.

“Gij zijt een strandjutter, zoals ik er één ben”, knikt Karel. “Gij komt hier oprapen wat u bruikbaar lijkt.”

“De Vlasmarkt is een strand vol aangespoelde waarheden”, onderneem ik een poging tot sofisme.

Onder de discobal van de dj-toren staat David zomaar wat te grijnzen. Als hij mij ziet afkomen, benadrukt hij meteen dat hij dit jaar geen hoofdpersonage meer is voor mijn Vlasmarktverslagen.

Adrien Cocquyt showt een bevallige enkel op de Vlasmarkt. Zijn voeten zijn relatief proper gebleven vannacht.
Adrien Cocquyt showt een bevallige enkel op de Vlasmarkt. Zijn voeten zijn relatief proper gebleven vannacht.

“Toch heb ik u iets te vertellen”, zegt hij. “Daarjuist heb ik twee popjes gevangen tijdens de Vlaspoppenworp!”

“Heel goed!”, complimenteer ik hem.

“Welja, maar er zat geen geld in. Daarna zijn mensen opeens al hun vlaspoppen onder mijn marcelleke beginnen te proppen. Op den duur werd ik al dat vlas toch wat beu en heb ik die poppen op de grond gegooid. Meteen stortte er zich een meisje op die hoop en je gelooft het nooit, ze had prijs! Een briefje van vijftig euro. Dat dus de hele tijd onder mijn hemd heeft gezeten”, treurt David.

Edmond Cocquyt jr., die zich eindelijk ook nog eens tussen het volk waagt, verwondert zich niet over Davids wedervaren. “De Vlasmarkt is de ondergang van ons leven. Iedereen die lelijk en vuil is, komt naar hier”, beklemtoont hij. Wat hij daar precies mee bedoelt, vergeten we in de kerkers van het sofisme.

De dj’s hebben hun platen reeds lang opgeborgen, de dranktenten zijn dicht. Een vermoeide sfeerbeheerder vraagt mensen het plein te verlaten en naar huis te gaan. Een collega van hem spreekt dat onmiddellijk tegen. “Neen, blijf nog maar even. Het was namelijk een té rustige nacht. Er is nog niet genoeg gefeest.”

Ruben weet met zijn enthousiasme weer geen blijf. Dat enthousiasme zal aanhouden tot hij opmerkt hoe leeg zijn bekertje is.
Ruben weet met zijn enthousiasme weer geen blijf. Dat enthousiasme zal aanhouden tot hij opmerkt hoe leeg zijn bekertje is.

Adrien Cocquyt, broer van, ziet het niet goed komen met deze Feesten. “Er zal ook van de jaar niet veel volk komen. De eerste nachten was het zeer kalm en het is zoals met de verkiezingen: de eerste uitslagen voorspellen meestal de algemene teneur.”

Volgens Edmond is het te warm en blijven de mensen daardoor weg. “Vorig jaar hadden we zelfs met regen meer volk. Ideaal voor de Gentse Feesten is twintig graden en bewolkt”, weet de ervaren rotzak.

De Feestengangers die nog een laatste pintje willen, zakken af naar Sint-Jacobs, waar de traditionele afterparty plaatsvindt. Zittend op het trottoir kom ik er Ruben tegen, die vandaag géén mascara in zijn snor gewreven heeft, in tegenstelling tot gisteren. Met fonkelende ogen bekijkt hij de jongedames die met hun kont staan te draaien.

“Maar vergis je niet”, zegt hij. “Ik wil al die mooie vrouwen niet neuken. Kussen zou ik ze wel willen doen. Zodat je weet dat je ze zou kúnnen neuken. Het heeft te maken met veroveringsdrang, het verlangen naar het mogelijke. Zie je?”

Ik geef hem gelijk, sta op, mompel een afscheidsgroet en slof richting tramhalte. De palliatieve zorgen hebben weer lang genoeg geduurd, de nacht hunkert naar euthanasie.

Wedstrijd! Kenji Minogue geeft op zaterdag 27 juli vijf exclusieve censuurbrillen weg. Mail daarvoor een foto waarvoor je je vreselijk schaamt en waarop je liever onherkenbaar had gestaan naar kenjiminogue@gmail.com.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s