Zij begeleidde ons, lastpakken van de dienst Correctie, zoals zij tot op heden háár begeleiden. Zacht, maar niet te negeren.
Haar reduceren tot hén is haar met een dubbele persoonlijkheid opzadelen. Zij is hen, samen zijn zij een drievuldigheid, elk met hun karakter.
Ongeziene karaktertetten. Door God zelf geboetseerd aan een graag geziene karakterdame.
Haar vele kwaliteiten zijn niet te vatten in cijfers. Er slechts twee opsommen heb ik echter altijd graag gedaan. Maar daar een letter op plakken durf ik vanuit de losse, ter zake onbeproefde pols niet te doen. Naar de betreffende verboden vruchten klauwt deze leeuw niet, al uit zijn kennis van het alfabet zich in dezen als goedkeurend gegrom.
Man noch beest verspert haar en de hare de weg. Slechts de zee is haar gelijke. De baren de hunne. Zij heeft daar op de dijk het enige landschap gevonden dat haar trotseren kan. In ogenschijn de wulpse bedaardheid zelve, maar o wee degene die haar denkt te knechten. Dan blaast zij, de woeste baren wellen op.
De iele vuurtoren die uitsteekt boven zee en vrouw draait onzeker met zijn lege, vlammende kop. Tegen zoveel natuurkracht is hij niet bestand.
Het laffe strand laat de onstuimig zwiepende baren over zich heen rollen. Verzet baat niet, de zandkorrels kunnen slechts wachten tot de storm gaat liggen, en hopen dat de wind hen gauw weer tot bij de beschermende voet van de eenzame vuurtoren blaast. In zijn schaduw is het veilig schuilen.
Thans spoelt de zee de polders ongehinderd binnen. Het West-Vlaamse achterland staat blank. Een verwarde keuterboer probeert de flow van het water te stoppen, maar struikelt over z’n afgezakte broek. De zee laat zich niet om de tuin leiden door marchandeurs.