De Gentse Feesten zijn nog niet helemaal voorbij, maar toch begin ik ze al te missen. Zeker na de prachtige nacht die vanochtend verdampte onder een felle zon. Preventieve nostalgie is een geliefd luxeproduct.
Als geen ander weet Renzo uiting te geven aan het boomstammetjesgevoel op de Vlasmarkt. Een uitgebalanceerd gebaar kanaliseert zijn vreugde.
Ik heb me overslapen! Het grootste deel van een liter witte wijn, ettelijke glazen shiraz en een aantal cocktailshots hebben me genekt. Schande: voor het eerst tijdens deze Gentse Feesten ben ik dronken. Mijn schaamte is groot. De wekker die me anders getrouw doet opstaan, heeft deze keer niet op mijn aandacht kunnen rekenen. Twee uur slaap werden er ongewild drie.
Het is te danken aan Matthias dat ik alsnog op de Vlasmarkt zal geraken. Matthias was drie jaar geleden mijn allereerste hoofdpersonage. Gevatte inzichten wisselde hij af met epische fotomomenten. Helaas is zijn wilskracht sterker dan zijn drang naar alcohol en verkiest hij de focus van de meditatie boven de roes van de drank. Hem naar de Vlasmarkt lokken is de jongste tijd veel moeilijker. Dit jaar had ik hem zelfs nog niet gezien op de Feesten. Niet getreurd, met een simpel telefoontje om vijf uur ’s ochtend maakt hij zijn afwezigheid helemaal goed.
Een dame heeft een ‘ik vind je løk’-sticker op Matthias’ voorhoofd gekleefd. Vanuit zijn bevoorrechte positie kan hij niet lezen wat er staat, maar getuige zijn glimlach is de boodschap aangekomen.
Met een schok schiet ik uit mijn slaap en spring ik in mijn kleren. Een spurt naar de dichtstbijzijnde tramhalte is noodzakelijk. Vóór de zon wil ik arriveren op de Vlasmarkt en dankzij het vaak verwenste openbaar vervoer slaag ik daar nog in ook. Zes uur, slechts een uur later dan normaal, maar nog zat van de avond tevoren: chance dat mijn ouders het niet weten. Als straf steekt de onverbiddelijke Vos een Irish coffee in mijn poten en omringd door het beste volk dat de Feesten te bieden hebben, wacht ik tot de zon opkomt boven mijn geliefde plein.
Al snel besef ik dat mijn reportagewerk lijdt onder mijn toestand. Mijn zo al onleesbare geschrift maakt zich helemaal los van het Latijnse alfabet en mijn geheugen speelt verstoppertje waar ik erbij sta. Toch blijf ik ijverig noteren, want observaties zijn pas iets waard als je ze neerschrijft. Alle hoofdpersonages die me nu iets toevertrouwen, doen dat op eigen risico en moeten morgen niet komen klagen dat ik ze onzin in de mond heb gelegd.
“Ook op zondag is de werkweek een illusie”, merkt Vos op over het geringe aantal mensen. “De Vlasmarkt, dát is de realiteit.”
Nog vóór zijn warrige woorden mijn onsamenhangende kop tot overeenstemming hebben gebracht, bombardeert hij me al met nieuw cognitief geschut. “Zorg impliceert dat we vroedvrouwen zijn, maar wat ben je met een preekmodus als er zout bij de suiker zit?”, denk ik dat Vos vraagt, maar het kan evengoed iets anders geweest zijn. “Wat rest je dan nog? Het boeddhisme. Ondanks alles ben ik weer op de Vlasmarkt beland en sta ik hier nog.”
David is in gesprek met een man die er liever niet mee geconfronteerd wordt dat zijn broek zowat tot op zijn enkels is afgezakt.
“Je moet hier staan tot je er genoeg van hebt”, benadrukt Matthias in een poging zijn veelvuldige afwezigheid te kaderen. “Op een bepaald moment besef je dat het genoeg is geweest en dan heb je je doel bereikt: het was superwijs en de max, nu moet je stoppen. Wanneer je een zekere afstand neemt, kun je dit alles des te beter appreciëren. Belangrijk is wat je ermee doet in je leven. Je kunt in de stront gaan liggen, maar je kunt ook andere mensen zat zien worden zoals je zelf zat bent. Het is geen kwestie van zo zat mogelijk te zijn, maar van jezelf te vinden.”
Gewapend met lange baard en dito haar bekijkt Fonne het hele gebeuren van op een kritische afstand. Zijn blik valt op het handje van het Sfeerbeheer. “Dat is het symbool van de repressie”, stelt de man. “Je bent hier om jezelf te vervoegen en volwassen te worden, edoch, de repressie probeert jouw leven te leiden en is nu zelfs al op de Vlasmarkt gearriveerd. Je moet daarom voldoende afstand nemen, zodat je een dam opwerpt tegen de repressie.”
Een beetje onwennig en nimmer zijn imago uit het oog verliezend helpt Edmond de Vlasmarkt op te kuisen. Hij let er goed op zijn witte jasje niet te bevuilen.
“Is er dan werkelijk zoveel repressie?”, vraag ik verbaasd.
“Als je al van de Vlasmarkt wordt gestuurd omdat je dorst hebt naar een fles champagne, dan is dat repressie”, beklemtoont Fonne. “De clue is dat we ons verzet niet mogen laten slabakken.”
Het zijn meteen de laatste woorden die ik opschrijf. De alcohol heeft me zo fel te grazen dat ik mijn notitieboekje maar beter opberg. Terwijl ik sta te genieten van de vreugdevolle ambiance besef ik: en morgen is er nóg een dag. Daar kan de repressie niets meer aan veranderen.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Geholpen door de kraag van zijn jas slaagt Jurgen erin om een grote verdwijntruc op te voeren.
Hilde van het Sfeerbeheer komt de feestvierders bedanken voor hun ontspannen en vrolijke aanwezigheid.
‘It’s morphin’ time!’, fezelt Renzo Van Rijckegem, de Power Ranger van de Vlasmarkt.
Renzo Van Rijckegem wil er niet op betrapt worden dat hij danst met een kortharige vrouw. Door haar gezicht te bedekken hoopt hij dat ze verdwijnt.
Renzo heeft al vele nachten overleefd op de Gentse Feesten. Dat feit inspireert hem tot een uitgebalanceerd vreugdegebaar.
Een vrouw schrikt wanneer zij opeens een ongewone traktatie te verwerken krijgt. ‘Mijn hoofd sloeg even op hol’, zal de gulle gever later erkennen.
Vanachter zijn tralies monstert de poortwachter van de Charlatan de feestende burgers. Er is zo weinig agressie dat hij welwillend glimlacht.
Een dame heeft een ‘ik vind je løk’-sticker op Matthias’ voorhoofd gekleefd. Vanuit zijn bevoorrechte positie kan hij niet lezen wat er staat, maar getuige zijn glimlach is de boodschap aangekomen.
Sommige feestvierders smijten zich met zoveel overgave dat ze de vloer aanvegen met zichzelf. Op de Vlasmarkt kijkt men daar niet van op.
Sommige feestvierders hebben na negen nachten Gentse Feesten nog zoveel energie dat ze temidden de Vlasmarkt een potje ochtendgymnastiek uit hun botten slaan.
Sommige feestvierders hebben zich met zoveel overgave gesmeten dat hun metabolisme élk voedsel aanvaart. Zelfs stukken pizza die al tien dagen in een rugzak gezeten hebben.
Sandalen zijn niet geschikt om te dansen en te huppelen, maar toch laat het Sfeerbeheer ook dergelijk schoeisel toe. Op eigen risico, weliswaar.
David is in gesprek met een man die er liever niet mee geconfronteerd wordt dat zijn broek zowat tot op zijn enkels is afgezakt.
Een jongedame draagt een bloemenstuk op haar hoofd. Op de Vlasmarkt buigt eenieder hoffelijk voor zoveel stijl.
Een dame met twee zonnebrillen krijgt gepaste aandacht van Kenn en Tom. Zoveel courtoisie moet je verdienen.
Wie al te vrolijk kijkt, wordt met gepaste spoed van de Vlasmarkt verwijderd. Mensen moeten leren hun uitgelatenheid te verinnerlijken.
Sfeerbeheerster Hilde neemt haar zoveelste knuffel in ontvangst. Iedere feestvierder met meerdere nachten op de teller dankt haar voor haar tomeloze inzet.
Ondanks haar merkwaardige make-up kan deze dame haar glanzende reeënogen niet aan de aandacht onttrekken.
Bij al te drieste rondedansen verschijnen soms tatoeages die beter verborgen blijven.
Twee feestvierders wisselen smaakstoffen uit. Zo controleren zij of hun respectievelijke pintjes hetzelfde effect sorteren op de papillen.
Wanhopig trachtte Power Ranger Renzo Van Rijckegem nog weg te morphen, maar de feiten zijn zoals ze zijn: zijn gelaat draagt het spoor van affectie.
Alain doet wat vele patsers met een BMW, een Audi of een Jaguar hem nooit zullen nadoen: op zijn achterwielen de show stelen op de Vlasmarkt. Ook draagt hij een hoedje.
Voortgestuwd door de jingeljangel van een akoestische gitaar zet het wilde feest zich voort.
Tom is diep geschokt wanneer hij beseft dat het de voorlaatste ochtend is dat hij sigaretten kan staan rollen op de Vlasmarkt. Het einde van de Feesten naakt.
Dankzij hun teamspirit en hun probleemoplossend vermogen weten de sfeerbeheerders iedere hindernis te overwinnen.
Een feestvierster legt Clay uit met welke kleine ingrepen de sfeer op de Vlasmarkt vergroot kan worden. ‘Hang de zon nog een ietsje meer naar rechts, dan geniet iedereen ervan.’
Een man zonder rolstoel moet noodgedwongen opkijken naar Alain, die het niet gewend is uit te torenen boven zijn gesprekspartners.
Edmond heeft nog enkele praktische vragen nadat een sfeerbeheerder hem heeft uitgelegd hoe een borstel werkt.
Omdat alle messen in de vaatwasmachine zitten, moet Nicolas botrammen smeren met een veegborsteltje. Creatieve oplossingen voor alledaagse problemen zijn zijn specialiteit.
Een beetje onwennig en nimmer zijn imago uit het oog verliezend helpt Edmond de Vlasmarkt op te kuisen. Hij let er goed op zijn witte jasje niet te bevuilen.
Door kussen in het rond te strooien probeert Edmond stemmen te ronselen. Mogelijk moet hij zijn techniek of zijn snor nog wat finetunen.
De nacht is voorbij, Nicolas wordt weer opgesloten achter zijn hek. Het personeelsbeleid van het Botramkot komt neer op sympathieke slavernij.
Edmond windt zich op over een affiche die zomaar op de grond beland is. ‘Mijn naam wordt er niet eens op vermeld!’
Quinte is een lichtend voorbeeld voor vele Feestengangers. Zijn glansrijke optreden werkt inspirerend.
Ongegeneerd laat een man de urine uit zijn zeikspel klateren. Zo vroeg op de ochtend hebben de flikken stront in hun ogen en laten ze begaan.
De fotografen van Genthology zijn straatschoffies met een attitude, zeker als ze langdurig op een taxi moeten wachten.
Met enige zin voor overdrijving verklaart Pom zijn gat tot ster van de Vlasmarkt.
Gefrustreerd door het felle zonlicht staat een man op het punt om te veranderen in de ongelooflijke Hulk. ‘Hulk is strongest there is!’, erkent ook het Sfeerbeheer.