Oef. Eindelijk nog eens volk op de Vlasmarkt. Mensen laten zich beïnvloeden door het weer, dat is ongelooflijk. Ze zouden zich beter laten beïnvloeden door een niet aflatende hang naar drank en vreugdevol gezelschap.

De gruwelijk vroege ochtend begint voor de vijfde keer op rij om vier uur. Vóór ik mijn huis verlaat, controleer ik nog even mijn gelaat op sporen van erosie. Eerlijk is eerlijk: buiten het eerste grijze haar in mijn baard heeft mijn queeste nog maar weinig afdrukken nagelaten. Vreemd genoeg heb ik zelfs nog geen bloeddoorlopen ogen. De vermoeidheid zal vroeger moeten opstaan om mij te grazen te nemen.
Buiten is het een lekker weertje. Het regent niet en er fonkelen sterren aan het balsturige, eigenwijze firmament. Met stip het meeste heldere punt aan de hemel is Venus, de zwavelzure ochtendster die mij recht naar de Vlasmarkt leidt.
Eigenlijk is het zelfs gewoon te warm. Wat is er mis met enkele regendruppeltjes om tijdens het marcheren verkoeling te bieden. Maar goed, als het prettige weer betekent dat mijn hoofdpersonages eindelijk weer present zijn, klaag ik niet.
Present zijn ze. Na twee dagen afwezigheid maakt zelfs Vos een comeback. Ik had ‘m al opgeven en zat te tobben over de een of andere afscheidsrede. Die kan dus ook weer de papiermand in. Of er veel leuke quotes uit Vos te halen zijn, valt te betwijfelen, want klaarblijkelijk drinkt hij met de rem op wegens een vergadering in de nakende voormiddag.

Ik ontwaar zelfs verschillende mensen met een flesje water, terwijl ikzelf rustig ontbijt met een Ricard. Hoe zit dat hier met die niet-alcoholische troep? “O, een investering in morgen”, verklaart Stijn, een ingeweken Gentenaar die als geen ander van de Feesten houdt en zodoende probeert te doseren.
De Feesten zijn echter niet voor iedereen een pretje. Zo is er Marta, een vriendelijke dame die al aan haar tweede sessie Vlasmarkt zit. “Ik heb een bubbel”, zegt ze, “en als daar iemand in komt, ben ik weg.” Inderdaad: er komt iemand te dicht bij haar en als een schichtige hinde schiet ze weg in het spreekwoordelijke struikgewas op de Vlasmarkt.
Ook Jonas, een nieuw personage, heeft geen opperbeste relatie met de Feesten. “Als echte Gentenaar haat ik de Gentse Feesten. Maar vanavond was tot dusver zeer goed en dat maakt het allemaal weer waard”, stelt hij.
Voor het eerst dit jaar verwelkomen we ook opnieuw David Van Belleghem, al sinds mensenheugenis één van de vaste gezichten op de Vlasmarkt. Wat is er gebeurd dat we hem nog niet gezien hebben? Vinderhoute happened. Samen met zijn vrouwlief is David verkast naar het mooiste dorpje van België. Zodoende moest hij de voorbije dagen niet alleen de regen overwinnen, maar ook een zekere afstand – een mentale hindernis die te hoog bleek, waardoor hij als een luie zwam in z’n zetel bleef zitten.

“Wanneer ik klaar ben met feesten, bel ik naar mijn vrouw en komt ze me ophalen”, onthult David, die zich al meteen de gewoontes van het platteland heeft eigen gemaakt.
Verdomme, waarom komt Vos geen hapklare quotes leveren? O, hij staat te praten met het meisje met de merkwaardige oorbellen. Zij converseren op zo’n manier dat ik er voor hen niet meer toe doe. Wanneer Vos uitgepraat is, komt hij nog even de volgende mededeling afleveren: “Ik ben door. Geniet nog van de massa en het volk.” Daar moet ik het mee stellen, want weg is ie wel degelijk.
Anne-Marie en Annelies, van al mijn personages de meest toegewijde tijdens deze Gentse Feesten, hebben een boodschap voor me. Die boodschap komt niet van henzelf, maar bevindt zich op de gsm van Annelies. Zij heeft immers de volgende sms ontvangen over uw dienaar:
“Leuke vrienden met een misplaatst superioriteitsgevoel. Uitlachtv is er niets bij vergeleken. Ach je ziet niet eens of het krln is, noch had ze toestemming gegeven voor die foto. Verwondert me niet dat het een DM journo is/was…”

Ik hou van dergelijke berichten. Er valt makkelijker mee om te gaan dan met lof. Op lovende woorden kun je nooit gepast reageren, tenzij door beaat te glimlachen en te hopen dat het snel voorbijgaat. Negatieve kritiek is een stuk plezanter, ook al omdat ze dikwijls veel oprechter is. Het is goed voor mijn eigenbeeld dat mensen mij wijzen op mijn superioriteitsgevoel, al begrijp ik niet wat er zo misplaatst aan is. Wat ik ook niet goed begrijp, is waarom die mens zich boos maakt over een foto waarop de genaamde ‘krln’ blijkbaar niet eens te herkennen valt. Moet ik dan zonder toestemming een foto publiceren waarop ze wél herkenbaar in beeld verschijnt? En laat ons wel wezen: voor uitlachjournalistiek ben ik een veel te brave jongen. Af en toe een onnozel mopje, meer moet je niet van mij verwachten.
Emmah, een personage dat vorig jaar al even de show mocht stelen, kwam enkele dagen geleden herkenbaar in beeld, maar mept me niet met een vuistslag tegen de grond. Wel heeft haar vader de bewuste foto gezien. “Maar Emmah, ge hebt een blauw oog!”, riep de man verbaasd uit. “Maar papa, dat zijn gewoon mijn wallen!”, repliceerde Emmah vrolijk. Dankzij een goede communicatie verdwijnen misverstanden snel tot het verleden.

James, de vriend van Emmah, heeft een ietwat morbide levensdoel: hij wil het wereldrecord van oudste zelfmoordenaar breken. “Wanneer ik 101 ben, zal ik van het hoogste gebouw van de Vlasmarkt springen”, kondigt hij aan. “Al is dat tentje daar misschien ook wel goed”, wijst hij naar een kraam waar ze koffie in alle soorten en maten verkopen.
Opeens doet Emmah iets geheel onverwachts: ze giet haar laatste slokje Irish coffee uit over de Vlasmarkt. “Wat doe je nou?!”, vraag ik verbaasd.
“Dat laatste slokje drink ik nooit op”, zegt ze alsof dat de normaalste zaak van de wereld is.
“Waarom niet? Omdat alle alcohol er al uit is en er enkel koffie overblijft? Valt de koffie je te zwaar? Zeg op, waarom deed je dat?”
“Gewoon, omdat die laatste slok al te koud heeft tegen dat ik die bereikt heb.”

“O”, reageer ik een beetje ontgoocheld op zo’n eenvoudige uitleg.
“Weet gij wat Irish-coffeemisbruikers zijn?”, vraagt James – mannen gegoyeren elkaar.
“Euh, neen”, beken ik. “Zijn dat mensen die je Irish coffee vasthouden terwijl je gaat pissen en hem dan zonder scrupules helemaal leegdrinken?”
“Neen, leeg drinken ze hem niet. Maar tegen dat je terugkomt van het pissijn is je Irish coffee wel koud.”
“Maar dat is dan toch je eigen schuld?”
James haalt zijn schouders op. “Het blijft misbruik.”
Het is stilaan tijd om af te sluiten, de nacht heeft lang genoeg geduurd. “Morgen begin ik vroeger aan de Irish coffees”, belooft James. “Zodat ik niet meer smaak dat dat eigenlijk niet te zuipen is.”