Kristien Hemmerechts (1955) is schrijfster. Maar ze geeft ook Engelse literatuur aan de HUB. Daarnaast doceert ze creatief schrijven en Nederlandse literatuur. Ze doet al 31 jaar, en nog altijd met evenveel empathie, zelfs al heeft ze de naam een strenge prof te zijn. “Tegen sommige studenten zou je op het mondeling examen liever zeggen: ga naar huis en kruip in je bed, je bent doodop.”
Kunt u geloven dat u het imago van buisprof hebt?
Kristien Hemmerechts: “Ik weet niet of ik het imago heb van veel te buizen. Ik heb wel het imago dat ik streng ben. Dat is niet helemaal onterecht. Ik stel nu eenmaal een aantal eisen, wat toch moet kunnen in het universitair onderwijs. Als het daar niet kan, waar dan nog wel? Eisen stellen is ook een vorm van respect voor de intelligentie van de studenten.
“Als ik het zo bekijk, vind ik mezelf een hele faire prof. Ik maak zeer duidelijke afspraken met de studenten. Het volstaat niet dat je dingen uit je hoofd kent, je moet echt ook wel begrijpen wat je zegt. Feitjes kun je opzoeken via Google en Wikipedia, maar als je geen inzicht hebt in de essentie van de cursus, heeft het geen zin om examen te komen afleggen. Je moet op een kritische manier kunnen omgaan met de leerstof. Op het mondeling examen stel ik veel vragen om daarnaar te peilen. Je moet verbanden kunnen leggen. En als studenten iets niet begrijpen, kunnen ze me altijd mailen met hun vragen.”
Wie gebuisd is, weet dat het terecht is?
“Veel studenten hebben onvoldoende inzicht in zichzelf. Ze blijven bijvoorbeeld volhouden dat hun examen goed en fantastisch was, terwijl ze heel bizarre theorieën kwamen verkondigen. Andere studenten zijn zeer goed, maar denken telkens weer dat ze een slecht examen hebben afgelegd.”
Wat vindt u van het nieuwe bachelor-master-systeem?
“Mijn indruk is dat dat in het voordeel is van de studenten. Als je een steek laat vallen, moet je niet langer het hele pakket opnieuw doen. Dat is een goede verandering. Het systeem is nu ook zo geëvolueerd dat je je het niet meer kunt veroorloven om het hele jaar niets te doen en op het einde gas te geven.”
Hebt u zelf buisproffen meegemaakt toen u student was?
“Neen, nog nooit. En in al de jaren dat ik lesgeef heb ik nog nooit een docent ontmoet die zei: en nu ga ik mijn studenten eens buizen! Ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik alleen nog maar mensen ben tegengekomen die de studenten graag zien en die blij zijn als ze het goed doen. Anders vragen ze zich af of ze de stof misschien niet goed uitgelegd hebben. Ik zeg altijd tegen mijn studenten: ‘Besef dat wij daar op het examen niet zitten als sadisten om jullie te buizen.’ Dat zijn slechts verhalen die studenten vertellen om het interessant te maken. Er is ook een ombudsdienst: studenten zijn dus niet weerloos overgeleverd aan de willekeur van de proffen. Wij worden daarbij voortdurend geëvalueerd. Wij kunnen niet zomaar eender wat doen.”
Zijn er collega-proffen van wie u soms denkt: die is misschien niet streng genoeg?
“Dat vind ik soms, ja. Ik heb gemerkt dat een prof nooit in de problemen komt als hij vooral hoge cijfers geeft. Terwijl je stevig in je schoenen moet staan als je iemand een 6 op 20 geeft. Dat moet je kunnen verantwoorden. Ergens hoop ik wel dat studenten respect hebben voor een prof die hen tegenhoudt als het niet goed is, want er iedereen doorlaten is een makkelijkheidsoplossing.”
Past u uw cijfers soms aan als u alle resultaten tezamen ziet?
“Neen. Ik concentreer me heel hard tijdens het examen, maar vergelijk de examens achteraf niet. Aandachtig blijven luisteren is wel een moeilijk aspect van het examen. Daarom loop ik af en toe wat rond. Bij sommige studenten moet je het antwoord eruit sleuren. Da’s verschrikkelijk.
“Tijdens het examen moeten wij neutraal blijven. We mogen niet laten merken of het goed of slecht is. Ik vind dat onmenselijk. Ik kan dat niet. Het is toch sadistisch als je een student laat voort praten als hij een verkeerd antwoord geeft? Dan vraag ik of ze wel zeker zijn van wat ze zeggen. Zou het niet anders zijn? Als ze het dan nog niet doorhebben, zijn het ezels.
“Ik heb het er ook vaak moeilijk mee dat wij de studenten na het examen niet mogen zeggen welk cijfer ze gehaald hebben. Sommige mensen zijn zo angstig en zenuwachtig dat ik de neiging heb om ze duidelijk te maken dat ze met een gerust hart voor hun volgende examen kunnen beginnen te studeren.”
Hebt u het lastig om een cijfer te plakken op de prestatie van een student?
“Cijfers zijn een noodzakelijk kwaad. Tijdens het jaar zal ik geen cijfers meer geven, maar gewoon feedback. Studenten pinnen zich vaak te veel vast op een cijfertje. Feedback geeft meer adem, zodat de studenten niet al op voorhand in paniek schieten.
“Examens afnemen doe ik echt niet graag. Studenten zijn dan moe en zenuwachtig, en zelf zit je daar als de sadist vragen te stellen. Tegen sommige mensen zou je liever zeggen: ga naar huis en kruip in je bed, je bent doodop.”
One comment