Ritmisch djingeldjangel


Laatst was ik in San Francisco. Dat is een wijze stad in de Verenigde Staten van Amerika, op zichzelf een wijs land in een wereld die aan het vergaan is. Enfin, het is daar wijs als je ondernemend bent, niet bang bent om op je muil te gaan en vervolgens ook niet op je muil gaat, want dan heb je er gelegen.

In sommige straten stond er werkelijk op elke hoek een mijnheer of mevrouw – meestal met een huid van donkerbruin allooi – te schooien om een sigaret of een weinig wisselgeld. In tegenstelling tot de meeste bedelaars van bij ons zijn die peten alginder welbespraakt. Sommigen hadden zelfs gevoel voor humor. Ik heb zelfs schooiers boeken zien lezen terwijl ze tussen hun vuile vodden op straat lagen. Allemaal mislukte ondernemers.

Het gebrek aan een vangnet zorgt ervoor dat er daar zoveel mensen op straat leven. Daarbij komt dat het klimaat in Frisco – als je die bijnaam uitspreekt in San Francisco, lyncht men je – zeer aangenaam is. Het sneeuwt er nooit, de temperatuur zakt er slechts zeer zelden onder de tien graden Celsius en in de zomer is het er niet zo overweldigend heet als in Los Angeles, dat enkele honderden kilometers zuidwaarts ligt. Daarnaast is het stadsbestuur zo slim geweest om bedelaars een aalmoes te geven. Een doordachte zet was dat: alle straatlopers die zich de reis konden permitteren, zakten af naar de stad aan de Grote Baai. De burgemeesters die hun luizig straatvolk zagen vertrekken, zullen het zich al ferm beklaagd hebben.

Het gebrek aan een vangnet zorgt er echter ook voor dat mensen veel rapper een onderneming uit de grond stampen. Als de overheid niet permanent klaarstaat om je te pamperen, probeer je er zélf voor te zorgen dat je comfortabel leeft. Durven springen wordt daarom geapprecieerd, hoe hard de val ook kan zijn. Niet iedereen haalt heelhuids de andere kant, maar je hebt tenminste een reden om iets aan te vangen met je talent en je leeg gat op te heffen.

Ik vind dat eigenlijk wel wijs.

Wat ik ook wijs vond, waren de kabeltrams. Dat zijn inderdaad zeer toeristische rammelbakken, maar de peet die onze tram bestuurde, had enig muzikaal talent. Met het belletje zorgde hij voor een ritmisch djingeldjangel dat in de jaren tachtig niet had misstaan als beat onder een hiphopnummer. Toen was rap nog primitief, eenvoudig en streetwise. (Niet dat ik verder iets van hiphop ken.)

Het uitzicht op Alcatraz was overigens ook nogal de max.

One comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s