Laten we wel wezen: ik heb mezelf oneer aangedaan.
Met mijn gedrag op de redactievergadering van De Morgen van 18 mei heb ik me niet van mijn meest beschaafde kant getoond. Ik was agressief – verbaal dan toch – en pakte mijn slachtoffers op hun zwakke plekken: oud-hoofdredacteur Rudy Collier op zijn pretentie en het huidige hoofdredactionele duo op hun gebrek aan geweten. Om te vermijden dat zij mij terug zouden pakken op het vaststaande feit dat ik een half jaar lang achter hun rug bier heb zitten hijsen op de werkvloer, stond ik die dag gewoon voor hun neus bier te hijsen.
Dat kan dus niet.
Om een en ander in het juiste daglicht te stellen heb ik de dag nadien een mail gestuurd naar de heer algemeen hoofdredacteur Klaus Van Isacker. Die ging als volgt:
Dag Klaus,
Om met de deur in huis te vallen: ik weet dat mijn interventies er gisteren – maandag dus – totaal over waren, maar zoals je misschien kon zien, was ik bij momenten oprecht pissed off. Dan heb ik het niet over mijn eigen ontslag. Daar ben ik nogal tevreden mee. Met mijn frigo en mijn voortdurende schampere attitude op de redactie heb ik je natuurlijk niet veel keuze gelaten dan mij te ontslaan. En zelfs al had je door dat dat een en al bedoelde provocatie was, dan nog verkeerde je door je positie als algemeen hoofdredacteur niet in de mogelijkheid om te zeggen: ‘Haha, Tim, leuk geprobeerd. We hebben allemaal eens goed gelachen, en de boog moet niet altijd gespannen staan, maar wil je nu alstublieft weer voort doen met waar je goed in bent: pagina’s maken, teksten inkorten, de leukste quotes uitkiezen en vooral: gevatte doch informatieve foto-onderschriftjes maken. Let er wel een beetje op dat je niet te slordig of te nonchalant wordt als je per se om 22 uur klaar wilt zijn met je pagina’s.’
Helaas wéét jij niet eens waar ik goed in ben. Wat je over mij weet, komt hoofdzakelijk van [redactiemanager] Geert Van Hecke en, allicht ook, van [adjunct-hoofdredacteur] Peter Mijlemans. Nu is die laatste iemand die meer kent van gazetten dan mijn eigen geest ooit zou kunnen bevatten, maar een objectieve bron over mijn kwaliteiten zou ik hem niet durven te noemen. Over Geert Van Hecke zwijg ik voor ik me verslik in mijn toetsenbord.
Ik zwijg, en ook weer niet. Geert Van Hecke heeft me, en ik schat nu, iets meer dan een jaar geleden een evaluatie gegeven die zo ver van de realiteit zat dat al mijn collega’s van de eindredactie en van de lay-out niet anders konden dan strijk liggen van het lachen. Als we die evaluatie mochten geloven, kon ik niet eens mijn eigen naam correct schrijven. En al is het een moeilijke – Tim Fernand Van der Mensbrugghe, het is een hele boterham –, zo’n opdracht kan ik nog altijd klaren.
Maar niet de onevenwichtigheid van die evaluatie stoorde me. Daar kan ik allemaal goed mee lachen – zo ben ik, of je dat nu leuk vindt of niet. Wat me stoorde, was de blik van Geert toen ik hem herinnerde aan een belofte die hij me had gemaakt toen ik op zíjn (!) vraag mijn contract van onbepaalde duur bij de toeristische dienst voor jongeren Use-it heb opgezegd om voor De Morgen te gaan werken, voltijds, als eindredacteur. “Over twee jaar zul je zeker wel weer kunnen schrijven”, zwoer Geert toen met een ingetogenheid die je alleen van een doorgewinterde kardinaal zou verwachten.
Toen ik er Geert tijdens die bewuste evaluatie op attent maakte dat hij weleens mocht beginnen met die belofte ten uitvoer te brengen keek hij me aan alsof ik op het hoofd van m’n grootje had gezworen dat 1 x 1 niets anders dan 23,5 kon zijn. “Tim, je raaskalt”, straalde Geert uit met al de lichaamstaal waarover hij beschikt. Bon. Dat zal dan wel, en het zal dan ook wel dat ik in de hele periode dat Geert zich in een positie bevond om zulke dingen te beloven aan aanstormende talenten de enige ben geweest die zijn belofte werkelijk gehoord heeft. Quod non: ik zou je minstens vijf andere mensen kunnen noemen die gelijkaardige, opeens in het ijle verdwenen beloftes hebben aanhoord.
En weet je: ça va. Want in de periode van die evaluatie was jij al aangenomen als algemeen hoofdredacteur van De Morgen en na je eerste toespraken dacht ik: die Klaus, hij is nog wat onzeker, maar verdomme, het zou weleens kunnen dat we machtige tijden zullen meemaken op de krant! En niet veel later kwam Bart Van Doorne en dacht ik: wijze vent, je kunt daar nog iets tegen zeggen, zijn accent zit goed, hij kan tegen een stootje en daarbij voelt hij zich niet te goed om met een eindredacteur of lay-outer te praten.
Maar wat er ondanks mijn goede hoop nooit kwam, was een écht gesprek van hoofdredactie tot eindredactie. En daar ben ik nog altijd kwaad om, al is het al wat minder omdat ik me gisteren misschien op ongepaste wijze heb afgereageerd, maar ik heb me tenminste afgereageerd.
Dit is wat ik je wil zeggen: grijp je kans, op dit kantelmoment voor de hele krant, om de mensen van de eindredactie weer wat eigenwaarde te geven. Het zijn stuk voor stuk mensen met een ongelooflijke journalistieke drive, de meesten hebben meer schrijftalent dan de gemiddelde journalist en als je hen respecteert, werken ze met plezier elke avond zo laat dat ze niet moeten verwachten dat ze thuis zijn voor de belspelletjes op tv beginnen. For the record: ikzelf heb elke dag met plezier mijn job gedaan en je mag het opzoeken in de administratie van Joke [Beysens, redactiesecretaresse]: in de ruim zes jaar dat ik gewerkt heb voor De Morgen heb ik geen dág ziekteverlof genomen. In de eerste drie jaar werkte ik als freelancer, dus daar bestaan allicht minder gegevens over, maar zodra ik hier aan de slag ging onder vast contract, heeft Joke mij geen enkele keer moeten inschrijven als ‘ziek, komt niet vandaag’. Ik ben daar trots op, en dat heeft te maken met beroepseer maar vooral met het plezier dat kranten maken mij verschafte.
Geloof me, voor het eerst echt contact opnemen met de eindredactie zou al een grote stap zijn in het herstellen van het vertrouwen op de werkvloer.Tot slot: hoe spreken we af voor mijn exitgesprek? Ik wil je gerust – en ik ben nu niet aan het zeveren – nog de hand kunnen schudden en succes wensen met De Morgen. Wanneer past dat het best? Ikzelf heb de komende weken tijd te over. 😉
Vriendelijke groet, hopelijk tot gauw en succes!Tim
Bon.
Die mail is anderhalve week geleden verstuurd. Toen was het dinsdag, nu is het vrijdag. Toen scheen de zon, ondertussen hebben we een machtig onweer achter de rug, enkele miezerige, kille dagen en nu schijnt de zon opnieuw. En mijn mailbox? Die had in al die tijd niet het genoegen een reply van de heer algemeen hoofdredacteur Klaus Van Isacker te mogen ontvangen. Geen woord.
Daardoor begint het er nogal op te lijken dat de heer Van Isacker goed op weg is om de wet te overtreden. Want, zoals hr-manager van De Persgroep Publishing Hans De Graef mij bezworen heeft, de heer Van Isacker is verplicht met mij, een gelukkige winnaar van het prijzengeld van de procedure voor collectief ontslag, een exitgesprek te houden als ik dat aanvraag. En wat lees ik daar in mijn eigen mail? “Tot slot: hoe spreken we af voor mijn exitgesprek?” Ik heb er zelfs nog een grapje aan toegevoegd: “Ikzelf heb de komende weken tijd te over.” En om duidelijk te maken dat dat laatste slechts een grapje was en geen zure, van sarcasme doordesemde oprisping, heb ik me zelfs verlaagd om er een knipogende smiley aan te voegen. Een smiley godbetert!
Maar wat hoor ik daar aan de andere kant van de lijn: oorverdovende stilte.
Hoe komt dat nu? Is het uit rancune dat de heer Van Isacker mij niet meer te woord wil staan? Ik denk het niet. Op die bewuste redactievergadering heeft hij ten overstaan van ruim tachtig journalisten gezegd: “Ik. Ben. Géén. Rancuneuze. Mens.” Waarvan akte. Ik laat na te vragen of die uitspraak wel op eer en geweten was en neem gewoon aan dat zij waar is, gezalfd, gezegend, gelezen en goedgekeurd.
Als het geen rancune is – hij zou er nochtans alle redenen toe hebben –, wat dan wel? Simpel: de heer Van Isacker heeft het ontzettend druk. Mensenlief, een werkloze als ik zou eraan ten onder gaan. En hij heeft het zelfs niet gewoon ontzettend druk, hij heeft het werkelijk onuitstáánbaar druk. Want de heer Van Isacker heeft op de bewuste redactievergadering van maandag 18 mei 2009 een dure belofte gemaakt: hij zou de week erop zijn toekomstplan voor de krant voorleggen. Zoekend naar objectieve criteria voor de ontslagen zei de heer Van Isacker immers: “De mensen die hier vertrekken, passen niet meer in de toekomst van de gazet.” Later zou de heer hoofdredacteur Bart Van Doorne dat nog eens bevestigen tegenover Belga: “We hebben op basis van objectieve criteria, zoals de vraag of iemand nog paste binnen de toekomst van de krant, in eer en geweten een keuze gemaakt.”
“Als onze ontslagen collega’s niet meer passen in de toekomst van de krant, hoe ziet die toekomst er dan uit?”, kreeg de heer algemeen hoofdredacteur in het gezicht geslingerd door enkele journalisten die klaarblijkelijk wél nog passen in de toekomst van De Morgen. En toen bleef het stil. Of neen, wacht, er volgde iets waar we ondertussen bijna niet meer op letten: “Een strakke en slimme krant maken.”
Dat zei hij twee jaar geleden ook al, toen de heer algemeen hoofdredacteur het bij zijn aantreden had over een Full Blown Relaunch voor De Morgen. Heeft iemand die opgeblazen herlancering ondertussen gezien? Heb ik iets gemist? Of was het, o ja, die gratis cd van mevrouw de rockartieste Sarah Bettens?
Omdat de heer Van Isacker op die laatste, nogal heftige redactievergadering tot zijn verrassing vaststelde dat het personeel nog altijd oprecht benieuwd was naar zijn toekomstplannen voor de krant, zei hij woordelijk: “Volgende week geef ik u mijn visie op de toekomst van De Morgen.” Die week is bijna gepasseerd. Geen toekomstplannen. Het zou voor volgende week zijn. En ondertussen is de presentatie van de toekomstvisie van de heer algemeen hoofdredacteur Klaus Van Isacker alwéér met een week uitgesteld.
Is dat niet vreemd? Als de officiële en meest gecommuniceerde reden tot ontslag is dat mensen niet meer in de toekomst van De Morgen passen, dan zou je toch mogen verwachten dat er een duidelijk omlijnde toekomst klaarligt? Dan zou je toch mogen verwachten dat de heer algemeen hoofdredacteur maar met zijn vingers heeft te knippen en hupsakee, zijn lakei komt aandragen met een laptop, een projector et voilà: de toekomst van De Morgen in Technicolor! Dan zouden die toekomstplannen toch geen dríé weken op zich moeten laten wachten?
Ik zal ervan versteld staan als de heer Van Isacker over twee weken een toekomstplan voor zijn toekomstplannen bijeen heeft gepend.
Telkens jij het dekseltje van de De Morgen-pot nog wat meer oplicht, komen er nieuwe onwelriekend dampen uit. Het people management van De Standaard mag dan niet perfect zijn, maar zo stuntelig als bij De Morgen is het zeker niet. Althans niet volgens mijn info. De Persgroep mag trouwens een puntje zuigen aan het sociaal beleid van Corelio. In het algemeen en zeker met betrekking tot de aanpak van de recente ontslagen aldaar. Zo te zien beperkt het personeelsbeleid van De Persgroep zich vooral tot het betalen van riante, bijwijlen ronduit indecente, salarissen en dito bonussen voor het zogenaamde ‘toptalent’ (in de praktijk komt dat in grote mate neer op de meest getrouwe en volgzame Van Thillo-adepten). Het is een publiek geheim dat een voormalig personeelsdirecteur van De Persgroep, die er jarenlang werkte en destijds de inmiddels afgevoerde Persgroep-academy opzette die onder meer ex -journalist Frederik (Freek) Smets ontdekte en een kans gaf en waarnaar Freek verwees zonder ze evenwel met naam te noemen (zie ‘Een vermoorde droom’, op je blog), opstapte omwille van ethische problemen met die aanpak: focussen op een handvol, al dan niet terecht als toptalent beschouwde, medewerkers versus ‘apennootjes’ voor de rest. En daar kan het ter beschikking stellen van een fintness-ruimte voor het personeel (in Kobbegem) niets aan veranderen.
Beste Tim,
Eerlijkheid is een schone deugd, maar hier krijg ik toch brandend maagzuur van. In vorige posts schrijf je vernietigend over de hoofdredactie van DM, en nu gooi je een kwijlmail aan je ex-baas op je blog. Je zeikt je bazen en publique af, krijgt daar na een nacht slapen spijt van, schrijft de opperbaas een excuusmail en vraagt tezelfdertijd of je nog eens met hem mag klappen. Jouw goed recht. Op hetzelfde moment dat je als een geslagen hond voor het baasje op je rug gaat liggen, start je dit blog op. Ook jouw goed recht. Alleen moet je er dan niet van staan kijken dat KVI geen zin heeft in een constructieve babbel met jou. Zijn goed recht.
WE HEBBEN HEM GEVONDEN! Dat enige lid van de KVI-fanclub!
Dag Jan,
Voor alle duidelijkheid: ik heb nog geen seconde spijt gehad van mijn interventies tijdens die redactievergadering. En toon mij waar ik zeg dat ik er spijt van had. Je zult zelfs geen verontschuldiging aan het adres van de hoofdredactie terugvinden. Waarom zou ik ook?
Dat weerhoudt er mij niet van per mail een beleefde verantwoording van mijn uitlatingen te sturen. En in één adem mijn exitgesprek aan te vragen. Want dat gesprek, dat is, zo zegden de vakbonden én de hr-manager van De Persgroep Publishing mij, míjn recht. Het is niet KVI’s goed recht daar niet op in te gaan, het is zijn plicht een afspraak vast te leggen.
Overigens, ‘kwijlmail’, schrijf je. Waar zie je me zijn beleid ophemelen? Waar zie je mij zeggen dat hij de beste hoofdredacteur ooit was? Waar zie je me ook maar iets goeds schrijven over wat hij bij De Morgen gedaan heeft?
Er waren verwachtingen, ja, hoge zelfs. Niet alleen bij mij, bij vele mensen op de werkvloer. Die verwachtingen heeft KVI niet ingelost. En daarom is de ontgoocheling des te groter, de woede des te intenser. Eerst beloven dat je met iedereen van de redactie een gesprek zult hebben, en dan lompweg de hele lay-out en eindredactie in de kou laten staan. De nieuwe, frisse wind was algauw een oude, klamme walm.
Maar ik word dus geacht mijn woede daarover in het openbaar voor mezelf te houden en dan een dag later een ziedende, lompe mail te sturen om mijn exitgesprek aan te vragen? Dat lijkt me dom. Liever maak ik van mijn kloten, zeg ik als ik gekalmeerd ben waarom ik – terecht, vind ik nog altijd – van mijn kloten heb gemaakt en dan zien we dan wel wat er gebeurt.
Ik vind dat eerlijk. Het is niet omdat je iemands beleid met de grond gelijkmaakt, dat je elkaar niet meer in de ogen kunt kijken en een hand kunt geven.
Wat jij?
Ik zou dat toch geen kwijlmail noemen. KVI wordt toch vooral voorgesteld als iemand die de schijn opwekt visie te hebben, maar niet verder dan de schijn komt. Daarnaast zou hij niet met de eindredactie communiceren. Ook niet echt een compliment te noemen…
En de heer IVK heeft inderdaad het recht helemaal geen zin te hebben in een gesprek met de auteur van dit blog, maar hij blijft wel wettelijk verplicht om dit gesprek te voeren. Jammer, maar helaas.
Correctie: “En de heer IVK” moet natuurlijk “En de heer KVI” zijn…
Ik dacht al dat je Isaack Von Klauss bedoelde. 😉
@Swa: Ik ben geen lid van de KVI-fanclub – ik vind dat Tim op zijn blog nagels met koppen slaat. Alleen blijf ik zijn mail aan KVI merkwaardig beleefd en vriendelijk vinden, en kan ik het Grote Stilzwijgen van het Opperste Orakel van DM nu best begrijpen.
Allicht had Swa het gewoon over mij. 😉 No sweat.
Ik vermoed dat niet iedereen even goed is in het tussen de lijnen lezen. Alleen al op basis van het woordgebruik zou ik je uitnodigen voor een gesprek.
You have done well, little grashopper …
“KVI wordt toch vooral voorgesteld als iemand die de schijn opwekt visie te hebben, maar niet verder dan de schijn komt.”
Dan wordt voor schijn opwekken toch verdomd goed betaald bij De Persgroep! Zouden ze daar nog een schijnopwekker (of -wekster) kunnen gebruiken? Ik doe het voor de helft van de prijs, laten we stellen afgerond 10.000 EUR/maand!
Jezelf niet te veel pijn doen, beste Tim.
Maar blijven schrijven en schelden.
Love you.
hansvdw
Toch onlangs iets geks gehoord over dat toekomstplan van De Morgen. Dat een prijsverhoging tijdens de onderhandelingen door de directie werd afgedaan als “geen optie” en dat die er nu – enkele weken na de ontslagen – toch zou komen. Twee keer ‘winst’ dus (en minder loon uitbetalen en een hogere krantenprijs). Als dat waar is, weet ik niet hoe je nog ooit van vertrouwen zal kunnen spreken.
Allez Tim, blijf ze schrijven.
Hoi Tim,
In je verhaal herken ik enorm veel dingen van bij mijn eigen carrière als eindredacteur bij ’t Nieuwsblad. Ben ook ex-werknemer nu. Uiteindelijk is eindredactie ’n rotjob. Laat ons gelukkig zijn dat we daar weg zijn.
Groet,
Sylvie
Idem hier, ook ex-eindredacteur van HNB.
Eindredactie vind ik géén klotejob, alleen jammer dat er zo weinig respect voor is. De shit van een ander opkuisen, een propere gazet proberen te maken en de volgende dag, als er – o wee – toch nog fouten zijn of ze ontdekt hebben dat HLN het toch beter aangepakt heeft, nog eens de shit over uw hoofd krijgen…
Dan ben ik blij dat ik intussen een plek gevonden heb waar ik wel gerespecteerd word voor mijn eindredactiewerk en daarnaast nog tijd heb om nu en dan een stukje te plegen.
Hallo Tim,
Je schrijft erg goed (voor een eindredacteur ;-). Nee, serieus: ben blij dat ik je blog ontdekt heb.
Merci,
maarten