Dirk Aeyels is een buisprof zonder weerga. Ik heb getuigenissen ontvangen van studenten burgerlijk ingenieur die zeven keer het examen van zijn vak ‘systemen en signalen’ afgelegd hebben. Maar het is ook een aimabel man. Het ene moment kijkt hij je aan met streng priemende ogen, het andere moment zit je te praten met een olijke gozer. Hij wéét dat hij twee gezichten heeft. “Maar jammer genoeg hebben de meeste studenten het niet door als ik middenin een technische uitleg een grap smokkel”, zucht hij.
Aeyels had liever niet dat ik ons gesprek op tape opnam. Hij vertrouwde erop dat ik alles zou kunnen noteren in mijn notitieboekje en dat ik de geest van zijn woorden correct zou weergeven. Dat bleek gelukkig zo te zijn: aan het interview hoefde er voor zijn part nauwelijks iets veranderd te worden. Oef!
Was u ervan op de hoogte dat u de naam hebt een buisprof te zijn?
Dirk Aeyels: “Tot voor kort kende ik die term niet. Maar toen ik op website van het VTK (Vlaamse Technische Kring, studentenclub van de burgerlijk ingenieurs, TVDM) keek wat er geschreven stond over mijn vak, las ik daar wel al in de eerste zin ‘buisvak’. Ik weet dat ik de naam heb veeleisend te zijn, maar ik ben verbaasd dat men dat reduceert tot ‘buisprof’. Ik kan niet zeggen dat ik dat prettig vind, maar het is nu zo, zeker?”
Waarom vinden studenten u veeleisend?
“Ik tracht te peilen naar inzicht. Daarom neem ik ook het liefst mondelinge examens af. Helaas lukt dat niet meer: er zijn te veel studenten. In mijn lessen probeer ik zo natuurlijk mogelijk kennis over te brengen. De studenten moeten creatief kunnen omspringen met die kennis. Maar als een student onvoldoende kennis verworven heeft, is het zeer moeilijk om nog creatief te zijn. Van burgerlijk ingenieurs wordt een theoretische onderbouw verwacht, maar tegelijk moeten ze in staat zijn om na te denken over toepassingen.
“Als wij vroeger op ons examen pure kennisvragen kregen, was dat een cadeau. Nu niet meer: men studeert te weinig. Zelfs kennisvragen blijken een hindernis. Ik heb ook het gevoel dat studenten slordiger formuleren. Ze hebben het vaak moeilijk om een redenering op te bouwen. Vele studenten weten wel iets, maar niet precies genoeg. Het antwoord zit in hun hoofd, maar ze krijgen het niet uitgelegd op papier. Als ik daar niet soepeler mee zou omgaan, zouden de slaagcijfers dalen. In die zin geef ik dus iets meer toe.”
Ligt dat aan de studenten zelf?
“Neen, ik leg de schuld niet bij de studenten zelf. Waarschijnlijk heeft het te maken met de veranderende maatschappij. Ook wordt er in het middelbaar anders lesgegeven dan vroeger. Studenten worden minder goed voorbereid op universitaire studies.”
Wat is het slaagpercentage voor uw vak?
“Ik weet niet hoeveel studenten geslaagd zijn. Ik volg de evolutie van de slaagcijfers niet op de voet. Collega’s spraken me vroeger wel aan op het slaagpercentage voor mijn vak. Dat was niet leuk, zelfs al was het goed bedoeld. Zij moeten beseffen dat ik het ook goed meen. Ik wil mijn studenten niet buizen, ik wil dat ze iets bijleren.”
Vindt u het vervelend als een examen niet goed is?
“Er zijn mensen die vier keer op rij 6 op 20 halen voor mijn vak. Dat vind ik erg voor de studenten in kwestie. Kunnen ze het niet of studeren ze het niet? Systemen en signalen is basisleerstof voor alle ingenieurs. Studenten moeten zich enkele basisbegrippen eigen maken die in de verdere opleiding een rol spelen. Het is een theoretisch vak met vele praktische toepassingen. In die zin is het een belangrijk vak. Maar op het moment zelf zien vele studenten niet in waarom dit vak nodig is. Dat komt pas later – hoop ik toch. Dan beseft men: tiens, bij Aeyels hebben we toch iets geleerd. Dat was wel degelijk zinvol.”
Hoe zit het met het niveau van de studenten?
“De bovenlaag van de studenten presteert nog altijd zeer goed. Maar er is een grotere instroom dan toen er nog een toelatingsexamen was (het examen werd in 2004 afgeschaft, TVDM). Vooral de onderlaag lijkt groter te zijn. Veel studenten raken nog door het eerste jaar, maar dan komen ze in de tweede bachelor ‘Systemen en signalen’ tegen…
“Ik ben voor een ingangsexamen. Dat hoeft niet moeilijk te zijn, maar je kunt dan wel zien wie de motivatie en de aanleg heeft voor deze opleiding. Zo weet je ook dat studenten niet zomaar aan een opleiding beginnen.”
De overheid verwacht dat universiteiten en hogescholen meer mensen met een diploma afleveren. Is dat een goede zaak?
“Op zich is het principe van een democratische instroom goed, maar er wordt vooral gekeken naar de uitstroom. Op dit moment is de industrie nog altijd tevreden, maar in de Verenigde Staten heeft men nu al last van ‘grade inflation’. Dat wil zeggen dat men te gemakkelijk hoge cijfers geeft voor prestaties die dat niet verdienen. Het is geen goede ontwikkeling dat de inhoud van het diploma zo weggenomen wordt. Dat zal op termijn gevolgen hebben, ook voor de industrie.
“De universiteit is geen bedrijf dat producten aflevert. Maar ik vrees dat we meer en meer die richting aan het uitgaan zijn. Ik vind het ook afschuwelijk als men spreekt over studenten als klanten. Ik ga daar niet mee akkoord.”
One comment